Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
Deze tunieken vertoonden roode vlekken, die ik eerst voor slijkspatten hield; later bleek mij, dat zij bij wijze van versiering moesten dienen, en dat de verfstof, waarmede deze ornamenten worden aangebracht, uit de beziën van een struik wordt getrokken, waarvan de naam mij onbekend is.
Doorgaans bestaan zij uit eene omheinde ruimte, waarbinnen zich pakhuizen en een klein woonhuis bevinden, waar de bedienden, gekleed met witte tunieken en met kleine strooien mutsen op het hoofd, tusschen de bedrijven door, ook in het klein handel drijven. Voor de woning liggen de vaartuigen aan een soort steiger.
Mag ik een stuk brood? vroeg Cecilianus, die op een tafel een soldatenbrood zag. Prætorianenbrood? vroeg een der soldaten. Hè ja! Hè ja! En zij zetten zich schrijlings, in hun malve tunieken, over de bank. Het roode lampje-licht speelde in hun gouden rozen, aan de slapen. Zij knabbelden hartelijk in een homp soldatenbrood en dronken den wat zuren wijn. Zij vonden dien heerlijk.
Het was om hunne gezichten, om hunne strakke oogen, hun toegeknepen mond. Nauwlijks iets donkerder waren hunne grove tunieken dan van wie hen omringden en heidenen waren. Zij gingen, na gekeken; toen, bij de deur, na gejouwd. Kleine-kindertjes-slachters! lastergilden de Gallen. De laatste Christen keerde zich om, stond even stil.
Zij droegen beiden lichtgele tunieken van fijn lijnwaad, borduursel om mouwen en rand en hun lichtgele schoenen, geriemd tot de knieën, waren nauwlijks van de straat vochtig geworden. Waar waren zij geweest? Hoe hadden zij occazie gehad zich te verkleeden? Waarom waren die mooie schoentjes zoo ongerept? Hadden zij misschien in Rome dadelijk een draagstoel te hunner beschikking?
Een skadron lanciers kwam aangereden, blauw en geel met hoog-opgestoken lansen en waaiende penoenen. Hoog op hunne paarden zaten gendarmen met de monumentale beremutsen der grenadiers van de oude garde. Ginder in de verte schetterden de wijnroode broeken en groene tunieken van gidsen.
Ik verkende de blauwe tunieken en zwarte met-koper-belegde pinhelmen der landsturmers. Het waren gehavende stakkers, met onverzorgde gezichten en bestoven kleeren. Ik zie er nog altijd een met een buikje en rood-rosse haren. Zij gingen ontwapend en moe tusschen de belgische soldaten die het geleide vormden.
De voorbijgangers zagen hen aan, zoo als zij oliebollen aten, gedost in hun gele tunieken, geborduurd en met de lokken zoo blond en lang. En de voorbijgangers riepen. Het waren werklui, kleine kooplui. De jongens staken hun tongen uit. Toen gingen zij verder, den Boog van Titus door en zagen naar de bas-reliëfs binnen den Boog. De Joodsche Kandelaar .... grinnikte Cecilius.
Dit geschiedde tusschen reveille en morgenappèl, terwijl wij allen binnensmonds mopperend, de stugge broeken en tunieken om onze nog slaapslappe lichamen heeschen en de beenen omwonden met windsels uit scheurgrage substantie.
Zij wilde ze een pooze bij zich hebben, omdat ze zoo mooi waren.... Je moet niet koû vatten, zeide zij moederlijk zorgzaam; kleedt je dan maar.... En zij hielp ze zelve de tunieken aan te doen, die zij kozen. Het waren zacht malve-kleurige, half zijden, lange tunieken zoo als de histriones die in patricische huizen droegen, de armen, de beenen, de borst verzichtbarend.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek