United States or Antigua and Barbuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Niet alleen moet men daar het gewoel en het gedrang beletten, maar tevens het lijk tegen allen hoon beschermen; want de woeste gezellen van Burchard kunnen terugkeeren, en zij zouden hun slachtoffer niet eerbiedigen. Daarenboven, vele poorters koesterden eenen even vurigen haat tegen graaf Karel. Er zijn ijselijkheden genoeg gepleegd.

Hij alleen had Burchard met een teeken des hoofds en eenen minzamen glimlach gegroet. Zijne tegenwoordigheid tusschen de rechters verheugde de Erembalds, ofschoon de proost Bertulf wel wist dat Willem van Loo eenen geheimen wrok tegen hem had, omdat hij, in den oorlog voor de kroon, zich ten voordeele van Karel van Denemarken had verklaard.

De oude Bertulf, die de ridders als vijanden der Erembalds mistrouwde en de mogelijkheid der veroordeeling zijns neefs in zijn gemoed erkende, nam den tijd waar om Burchard tot het aanvaarden van het vonnis te bereiden, hoe het ook mocht zijn. Hij deed hem begrijpen dat alle opstand, alle oneerbiedig geschreeuw den graaf slechts kon verbitteren en hunne zaak bederven.

Maar Willem, de burggraaf van Yperen, deed den vorst begrijpen dat men den beschuldigde de gewone middelen tot verdediging niet mocht ontzeggen. Men besliste dus dat men de vraag van den proost van St-Donaas zou inwilligen. De maarschalk stond op en riep: "Onze genadige heer graaf en het hof stemmen er in toe den woordvoerder van Burchard Knap te hooren. Dat hij spreke!"

"Te veel reeds hebben vrouwen onze verdediging gehinderd", gromde Burchard. "Voor het behoud van het leven uwer zuster zoudt gij het leven van al deze dappere mannen gaan opofferen? Het is belachelijk!" Robrecht meende tegen den barschen Burchard met woede uit te vallen; maar nu galmde hem van beneden eenen angstkreet in de ooren, die hem naar den boord der gaanderij deed springen.

Nauwelijks was het bepaalde uur verschenen of de trompers gingen rond en daagden bij name Rambold Tancmar en Burchard Knap voor het hooger ridderhof. De geroepenen, door hunne bijzonderste bloedverwanten gevolgd, traden in de groote zaal van den burg. Hun werden, elk langs eene zijde, banken aangewezen, ten dien einde te midden der zaal gesteld.

Hier toonde hij hun den burcht van Straten die, op een goed boogschot van daar, als een logge steenberg met zijne torens tegen den donkeren hemel nog donkerder uitloste. "Legt uwen last ter aarde, rust een weinig en verzamelt uwe krachten", fluisterde Burchard, terwijl hij van de eene bende naar de andere ging.

"Maar Rambold, Rambold!" morde Burchard. "Zijnen rechtervoet moet ik hebben: zijn oom de raadsheer wacht mijn geschenk ..." En dus tegen de Isegrims bulderende en elkander tot eene bloedige wraak aanmanende, geraakten zij eindelijk in de nabijheid van Bethferkerke. Hier steeg Burchard met de Keurmans af en deed de Kerels stilhouden.

Wat de andere gevangenen betreft, aan dezen hechtte hij niet den minsten prijs, en hij keurt het goed dat wij hun oorlof gaven om de stad te verlaten." "En hoe gedragen Robrecht en Burchard zich jegens elkander?" "Tot nu toe zeer wel, Bertulf", was het antwoord. "Beiden hebben mij beloofd zich te houden alsof zij geene redenen hadden om tegen elkander verstoord te zijn."

Onderwijl waren de meeste Kerels bij het lijk van Burchard gebleven, en hadden hem helm en harnas ontgespt en hem de hand op het hart gehouden, om zich te verzekeren dat geen spoor van leven meer in hem overbleef. Dan zeide Ivo-de-wolvenjager tot hen: "Hij is dood, gansch dood! Hij is het die graaf Karel heeft vermoord. Geen onzer heeft werkelijk deel aan deze misdaad genomen.