Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


En in plaats van de vijf lire liet de priester haar tamboerijn herstellen en daar een schel aanhangen en daarmee was zijn voldaan. Derde Vertelling. Calandrino, Bruno en Buffalmacco dalen in de vallei der Mugnone af om den Heliotroop te zoeken. Calandrino meent dien gevonden te hebben en gaat met steenen beladen naar huis.

Buffalmacco ging voort: Calandrino, als gij een andere reden tot toorn hadt, hadt gij ons toch niet voor den gek moeten houden, want gij hebt ons er toe gebracht met U den kostbaren steen te zoeken, hebt ons zonder een woord tot God of den duivel te spreken in de Mugnone als een paar mallen achtergelaten en ge zijt naar huis gegaan, wat wij U zeer kwalijk nemen, maar zeker zal het de laatste grap zijn, die gij met ons uithaalt.

Toen Buffalmacco daar dichtbij was, naderde hij een der randen, sloeg de hand om een der beenen van den dokter en na hem zoo van zijn rug te hebben gerukt, wierp hij hem met het hoofd voorover er in, begon te knarsetanden, te springen en te duikelen en langs Santa Maria della Scala naar de Allerheiligen-weide te gaan, waar hij Bruno vond, die, omdat hij zich niet kon houden van het lachen, gevlucht was.

Ze zullen er dan niet aan denken en aldus zullen wij de gemberpillen kunnnen zegenen zoo goed als het brood en de kaas. Buffalmacco zeide: Dat is goed en gij, Calandrino, wat zegt gij er van? Wat zullen wij doen? Calandrino sprak: Ik bid U er om bij de liefde tot God. Want als ik wist, wie het gestolen heeft, zou ik al half getroost zijn.

Buffalmacco en Bruno gingen Calandrino, nadat zij met de tolgaarders hadden gelachen, langzaam achterop en toen zij bij zijn deur waren, hoorden zij het wreede pak ransel, dat hij zijn vrouw gaf en veinzend pas te zijn aangekomen, riepen zij hem. Calandrino geheel bezweet en vuurrood vertoonde zich aan het venster en verzocht ze boven te komen.

Bruno en Buffalmacco en Nello hadden genoegen met list de gierigheid van Calandrino te hebben bespot, hoewel mevrouw Tessa, die het gewaar werd, er met haar man hevig over twistte. Vierde Vertelling. Cecco van messer Fortarrigo verspeelt te Buonconvento al zijn goed en het geld van Cecco van messer Angiulieri, zijn meester.

Maar Bruno en Buffalmacco antwoordden met een vertoornd gelaat: Dat zeggen wij niet aan u, maar wij bidden God, dat Hij u zooveel slechte jaren geeft, dat gij er van omkomt als de oneerlijkste en grootste verrader, die er leeft. Want het is uw schuld niet, terwijl wij ons best deden u eer en genoegen te bewijzen, dat wij niet als honden zijn vermoord.

Hierop zeide Bruno tot Buffalmacco gewend: Hetgeen Calandrino zegt, is goed, maar het is nu het uur niet, daar de zon hoog is en recht op de Mugnone valt en het net is of de steenen verkalkt zijn en wit schijnen. Nochtans voor de zon ze gedroogd heeft zijn ze zwart.

Buffalmacco en Bruno zagen, dat Calandrino geheel beladen was en toen het etensuur naderde, zeide Bruno tot Buffalmacco: Waar is Calandrino? Buffalmacco, die hem dichtbij zag, keerde zich om en antwoordde dan hier, dan daar kijkend: Ik weet het niet, maar zooeven toch was hij nog voor ons.

Buffalmacco toonde zich daarover zeer vertoornd en maakte Bruno groote verwijten: Ik zweer bij den verheven God van Pasignano , dat weinig mij weerhoudt, je niet zóó op het hoofd te slaan, dat de neus je op de hielen valt, verrader, die gij zijt, want geen ander dan gij heeft die dingen aan den dokter verteld.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek