Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Bruno en Buffalmacco waren naar Filippo gegaan en alle drie zagen en hoorden dit. En reeds wilde Calandrino Niccolosa kussen, toen daar Nello met monna Tessa aan kwam zetten, die zeide; Ik doe een belofte aan God, als ze niet samen zijn. Bij de deur van de schuur gekomen stiet de donna, die woedend was, er met de handen tegen en binnengetreden zag zij Niccolosa te paard op Calandrino zitten.

En dan zullen wij er van nemen, zooveel wij willen. Niemand zal ons zien en wij zullen ons verrijken zonder den ganschen dag de muren te moeten bekladden gelijk de slakken doen. Toen Bruno en Buffalmacco hem hoorden, begonnen zij te glimlachen en deden, of zij zeer verbaasd waren en prezen den raad van Calandrino, maar Buffalmacco vroeg, welken naam die steen had.

Calandrino twijfelde en zeide: Wee mij! Wee mij! Wat zou ik hebben? Nello sprak: Dat weet ik niet, maar gij schijnt mij geheel veranderd; het zal misschien niets zijn en hij liet hem gaan. Calandrino liep argwanend door en voelde niet het minste. Maar toen trad Buffalmacco hem tegemoet en na hem gegroet te hebben, vroeg hij hem, of hij niets voelde.

Toen sprak Bruno: Vriend, ik zal je wel vertellen, wie zij is en als zij de vrouw is van Filippo, zal ik uw zaken in twee woorden in orde krijgen, omdat zij met mij zeer bevriend is. Maar hoe zullen wij maken, dat Buffalmacco het niet weet? Ik zal haar nooit kunnen spreken, zonder dat hij er bij is.

Hij veegde zich met de handen zoo goed hij kon en daar hij er niets anders op wist, keerde hij terug naar huis en klopte zoo lang, tot men hem open deed. Pas was hij zoo stinkend binnen getreden en had de deur gesloten, of Bruno en Buffalmacco waren daar om te hooren, hoe de maëstro door zijn vrouw ontvangen werd.

Niccolo Cornacchini was onze medeburger, een rijk man, en had onder anderen een schoone bezitting in Camerata, waar hij een voornaam en fraai kasteel liet bouwen en overeen kwam met Bruno en Buffalmacco het geheel te beschilderen. Dezen, omdat het werk groot was, namen Nello en Calandrino mee en begonnen te arbeiden.

Overal afwisseling van zwart en wit marmer, monolithzuilen en grijnzende maskers op de kapiteelen. Eene zeldzaamheid te Pisa is, op een der zuilen, een fresko uit de veertiende eeuw, voorstellende een apostel; misschien een overblijfsel der freskoos van Buffalmacco of Simone Martini, die vroeger deze kerk versierden. En hiermede neem ik afscheid van Pisa.

Calandrino antwoordde: Ik weet het niet, maar toch zeide mij Nello zooeven, dat ik hem geheel veranderd scheen; zou het mogelijk zijn dat ik iets mankeer? Buffalmacco zeide: Gij zoudt wel iets kunnen mankeeren; gij schijnt half dood. Het scheen Calandrino, dat hij de koorts had. Toen kwam Bruno en het eerste wat hij zei was: Calandrino, wat ziet gij er uit! Het is, of gij dood zijt!

Toen Benozzo Gozzoli de laatste hand legde aan de freskoos van het Campo-Santo, waren er omstreeks twee eeuwen verloopen sedert het eerste schilderwerk in het grootsche monument was aangebracht. Behalve Orcagna, heeft men ook langen tijd de namen van Giotto en Buffalmacco met de freskoos van het Campo-Santo verbonden. Ten onrechte.

Om die vrienden te behagen vormden zij een gezelschap van misschien vijfentwintig personen, die elkaar minstens tweemaal in de maand op een afgesproken plaats ontmoetten; dan zeide elk zijn verlangen en zij voldeden hieraan met spoed. Met die twee zijn Buffalmacco en ik bijzonder bevriend en wij zijn in dit gezelschap.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek