Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 september 2025
Er bleef een flauw briesje waaien en het schip, waarop Jack zich bevond, was omstreeks vier mijlen aan lij. De Harpij was geheel uit het gezicht geraakt, en 't werd nu tijd te beslissen wat men doen zou. Zoodra het donker geworden was, liet Jack al de manschappen bijeenkomen en hield een vrij lange toespraak.
"Zoolang ze nog op het fregat los te branden hebben, zullen ze ons wel ongemoeid laten, meneer Rustig," zei kapitein Oxbelly; "maar we dienen toch op alles voorbereid te wezen, want we kunnen er moeilijk voorbijkomen zonder een paar schoten op te loopen." "Kijk eens, meneer Oxbelly, daar ginds in het westen komt een briesje opzetten," zei Jack.
Ze liet zich niet lang bidden, greep de harp, speelde een voorspelletje en zong met eenigszins trillende, maar welluidende en gevoelvolle stem: Zoet zijn de uren in 't land van geboorte, Waar al wat de zonne verlicht tot ons lacht. Heerlijk is 't briesje dat waait in zijn velden, En zachter de dood en veel zaal'ger de min. Innige kussen de lippen omspelen Begint men in d'armen van moeder zijn dag.
Hij liep achter het kerkje om en sloeg een zandweg in, die naar de bosschen leidde. Weldra was hij in 't midden van de dennenwouden. De naglans van de zon, die nu gansch onder was, brandde nog in het verschiet met een dofrooden gloed tusschen de verre stammen en reeds spanden de lichtschommelende kruinen, die soms zuchtten onder een nauw-voelbaar briesje, zich tot een ondoordringbaar-somber nachtgewelf ineen. Die somberheid en stilte kalmeerden even 't heftige van Fonske's lijden. Een bittere weemoed kwam in hem op, en daar, in de heimvolle eenzaamheid, ontlastte hij zijn smart in tranen. O, wat voelde hij zich week, en zwak, en klein, tegenover de gebeurtenis die daar nu voor hem oprees als een muur, als een rots, als een onoverkomelijke almacht! Wat was hij gek en dom geweest; wat had hij zich onnoozel laten beetnemen door het ellendig gepraat en gezwets van zijn twee steedsche vrienden, die hem de ongerijmdste en onmogelijkste der hersenschimmen als een bereikbare werkelijkheid hadden voor oogen getooverd! Ellendelingen waren zij, en ellendeling was hij zelf, die ooit zoo iets onzinnigs als ernst had kunnen opnemen! Het arm koewachtertje van vroeger, dat was hij en dat bleef hij, en nooit, wat er ook gebeurde, kon het anders worden. Waarom had hij zelfs ooit geprobeerd om te schilderen? Waarom had ze zich ooit met hem bemoeid en getracht in hem een ambitie te ontwikkelen, die toch fataal op een mislukking moest uitloopen? Want mislukt was hij, dat voelde hij eerst nu, definitief, in al zijn schrijnende wreedheid. D
Hunkrend verlangt men haar hals te omsluiten, En d'oogen weerkaatsen den glimlach van haar. Zoet is de dood voor het land van geboorte, Waar al wat de zonne verlicht tot ons lacht. Doodsch is het briesje dat waait in de velden, Voor hem die geen land heeft, geen moeder, geen lief. De stem stierf weg, het gezang hield op, de harp verstomde en nóg bleven allen luisteren. Niemand klapte in de handen.
In de eerste hondenwacht werden recht in 't zuiden kokospalmen gesignaleerd. Hun gepluimde kruinen rezen uit het water en gaven de laag-liggende atol er onder aan. "Dat is Taengga", zei McCoy. "We moeten een briesje hebben vannacht, anders loopen we Makemo mis." "Wat is er nu weer met de zuidoost-passaat?" vroeg de kapitein nijdig. "Waarom blaast-ie niet? Wat scheelt 'm?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek