United States or Solomon Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Uw laatste schrijven heb ik en de mijne in gezondheid ontvange, en daarmede vernome, als dat ge weer in de ziekenzaal ligt, zooals ge zegt, en met een bloedspuwing en daarbij een dubbele breuk, dus Jors, zijt ge nu voor altijd, als dat waar is, zoo lang ge nog te leve hebt, een man die niet veel meer in de pot te brokkelen hebt, wanneer je nog eens op vrije voeten moogt komen, want dan hebt ge geen krachten meer zooals een gewoon mensch die niets mankeert, want alles is dadelijk boven uwe magt.

Hoewel die opstijging niet geheel en al zonder gevaar was, zoo bracht ons drietal het er toch beter af, dan zij gedacht hadden. Daarenboven, de reiziger had bij zijnen val noch breuk, noch ontwrichting, noch kneuzing opgeloopen; hij kon dus beter zijne handen gebruiken dan hij gemeend had. Ook zijn beenen weigerden geen dienst. Wel leed hij veel pijn, daar het eene been deerlijk ontveld was.

Hij doorleefde nogmaals alle phasen van zijn liefde voor de verloren geliefde, van af hun wittebroodsweken tot de huiselijke stormen, die tot hun laatsten breuk geleid hadden. Hij riep het geheele repertoire van alle listen van zijn vroeger vriendinnetje in zijn geheugen terug, hij herhaalde in zichzelf al haar kwinkslagen.

En toch was dit in zijn oog dringend noodzakelijk. Oranje was niet minder verontwaardigd over des hertogs trouweloosheid dan elk ander man van eer; maar als staatsman mocht hij aan zijn gevoel niet te veel toegeven. Gevaarlijker dan ooit was juist op dat tijdstip in zijne schatting eene breuk met Frankrijk; noodiger dan ooit een vast verbond met dien naburigen staat.

Half schreiend antwoordde onze knappe bol, dat hij die beesten niet kende, maar wel een gewone breuk in een tiendeelige kon overbrengen. De echte geleerde keek fee Nederigheid verwonderd aan en wilde haar vragen wat voor soort van geleerde zij toch wel bij hem had gebracht. Doch zij liet er hem niet den tijd toe.

De storm intusschen hield aan; met grenzenlooze woede beukte de zee de duinen, baande zich eenen weg door het land en bereikte den dijk. Het hart der mannen klopte angstig; zou de vrucht van hunnen arbeid bestand zijn tegen den vertoorden Oceaan?... De dag brak aan, heviger nog huilde de storm, hooger en hooger stegen de golven en!... de mannen bemerkten eene breuk midden in den dijk.

De breuk tusschen de twee vroegere vrienden was volkomen. D

"Ik weet niet, of ik wel met je kan blijven omgaan," zei hij; "in ieder geval zou ik eerst wel eens willen hooren, of je in staat bent een gewone breuk in een tiendeelige over te brengen." Zij begon te lachen. "O, daar heb ik nog niets van gehad. Ik begin pas aan de deeling." "'t Is niet om te lachen. Ik spreek in vollen ernst.

Hoe innerlijk vreemd de twee tegenover elkander stonden, blijkt o.a. uit een der "bewijzen" die Rousseau na zijn breuk met Hume, voor diens "verraad" aanhaalde: toen Rousseau op een goeden dag in een oogenblik van hevige gemoedsaandoening, Hume snikkend om den hals viel, had deze als eenig antwoord hem een paar keer kalmeerend op den schouder geklopt, herhalend: "maar mijn lieve meneertje, kom kom, mijn lieve meneertje."