Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 mei 2025


Op goeden voet verkeerend met den ouden heer #van Lier#, directeur van het Grand-Théâter, bespraken wij dit plan en ook hij hechtte zijn goedkeuring er aan, zoodat ik mij terstond gereed maakte naar Parijs te trekken, waar ik mij verstond met #Boucher#, den sociétaire van de "Comédie Française" die het monopolie had voor het arrangeeren der kunstreizen, die de leden van het "Huis van Molière" in den vreemde hielden.

Op het einde van haar zegetocht begeeft Jeanne zich naar de kerk van het Heilige Kruis, waar zij God dankt in een lang en vurig gebed. Vervolgens brengt men haar bij Jacques Boucher, den thesaurier van den hertog van Orléans, in wiens huis zij den nacht zal doorbrengen.

De kraag van mijn overjas op, en mijn handen in de zakken, en mijn pet getrokken tot over mijn oogen, zit ik te staren en, wat weemoedigjes en alleen, te droomen over de schuimziedende golven. Het zal van nacht wel gaan spoken over de Middellandsche wateren. Plotseling, links en rechts, verschijnen de beide heeren, Bébert le Boucher en André le Pêcheur.

Bij Boucher aangekomen, wordt Jeanne verbonden door een chirurgijn, vervolgens neemt zij eenig voedsel en een glas wijn en dan begeeft zij zich kalm ter ruste: zij is vermoeid en uitgeput naar lichaam en naar geest. Men vraagt Jeanne nog toestemming, het vertrekkende leger te vervolgen, maar zij verlangt, dat men rust zal nemen en den Zondag zal eerbiedigen.

Den 8sten Maart 1863 vonden werklieden, onder bestuur van Boucher de Perthes in de steengroeven van Moulin-Quignon bij Abbeville in het Fransche departement la Somme arbeidende, een menschelijk kaakbeen op eene diepte van veertien voet beneden den beganen grond. Het was het eerste voorwerp van dien aard dat te voorschijn kwam.

Dit denkbeeld liet mij niet meer los. Boucher wist ik thans geheel voor mijn plan te winnen, vooral toen ik hem meedeelde, dat de geheele Hollandsche kolonie te Parijs zou kunnen opdagen en daar het Nederl.

Terwijl Dunois naar Blois vertrokken is, om het achtergebleven deel van het convooi te halen, besluit Jeanne eenige dagen rustig af te wachten of de Engelschen gehoor geven aan hare aanmaning. Intusschen heeft men moeite, het volk kalm en in bedwang te houden. Ze willen hun Heilige zien en bewonderen en verdringen zich voor het huis van den zilversmid Boucher.

In 1847 werd het vraagstuk een heel eind verder gebracht door de uitstekende onderzoekingen van Boucher de Perthes, die in grintgroeven bij Abbeville eene groote menigte door menschen bewerkte vuursteenen vond. Doch eerst in 1861 werd het vraagstuk met volkomen zekerheid opgelost door de wegruiming van het puin van de grot van Aurignac, door Lartet. Daar was verdere twijfel onmogelijk.

Daar ik bij een vorig bezoek te Amsterdam in gesprek met Holland's grootsten tooneelspeler te weten was gekomen, hoe begeerig #Louis Bouwmeester# was het oordeel van een Parijsch publiek over zijn machtige kunst te vernemen, viel mij op eens in, dat dit een schitterende gelegenheid zou zijn om mijn grooten landgenoot een dienst te bewijzen en tegelijkertijd Boucher aan een trekpleister te helpen, zooals nog nimmer te Parijs vertoond was.

Het is of de golfjes een lief ballet dansen, of zij blauw gerokte danseresjes zijn, met schuim van kanten volants, waarover pailletten gezaaid zijn. De zon giet haar warme douche neêr over mijn rug. Dat troost mij een beetje. Plots ... daar zie ik de beide heeren: Bébert le Boucher en André le Pêcheur. De roode razernij ziedt weêr in mij op.

Anderen Op Zoek