Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 mei 2025


Op korten afstand bereiken wij de Noord-Blaak, de breede algemeene promenadeplaats, de ziel van de Maasstad, langs de vierkante havenkom gelegen, welke Blaak heet, die vóór 1580 nog deel van de stadsgracht uitmaakte, doch omstreeks dien tijd bij uitlegging naar de Maaszijde in de stad kwam en in een havenkom werd veranderd.

Nu, geef dien kop dan maar aan Van Blaak." "Zeg, wil jij wel van mijn koffie afblijven!" "Cornelis geef me mijn broodje en mijn kop koffie, en houd de juffrouw niet langer op." "Och, meneer Krasser, die jongen is een plaag; 't is iederen dag weer hetzelfde gezanik. Een mensch staat hier net voor mal."

Over de Blaak gaande, zien wij spoedig de zeevischmarkt, een ruim en luchtig gebouw, voor het doel met vele gemakken ingericht, en gedurende den morgen tijdens den afslag de plaats, om een eigenaardige taal te bestudeeren, die van het vischvrouwen-Rotterdamsch, welke soms krachtig en origineel is. Een kijkje op de vischmarkt is zeker aan te bevelen.

Toen hij wist dat hij niet meer gezien kon worden hij keek schuw om zich heen, hij was hijgerig, erg gejaagd liep hij terug, haastig stappend, de Blaak af, de Spaansche kade, een eind Nieuwe Haven, toen een straatje naar 't Haringvliet in. Daar, op den hoek, was een groot bordeel.... Hij keek nóg eens naar links en naar rechts, ging er toen in....

"Mij, mijnheer?" vroeg Gerrit verbaasd; "ik weet met dat ik de eer gehad heb ..." "Neen, dat merkte ik," hernam de heer Van Hoel met een schamper lachje, en schuins uit naar Gerrits moeder ziende, "'t was op de Blaak; maar ik merkte wel dat je mij niet scheent te bespeuren." "Inderdaad, ik heb u niet gezien," antwoordde Gerrit kleurende.

Ook de Maas is door den wintervorst in boeien geklonken en waar anders de vlugge zeilers het breede, haast onafzienbare, watervlak tusschen Blaak en Overmaaschen oever stoffeeren, zien wij nu de Rotterdammers op de gladde ijzers zwieren. Zóó hecht en sterk is de ijsspiegel, dat hij zelfs tenten en uitstallingen van allerlei grootte en zwaarte kan dragen.

Ik zal niet zoo vermetel zijn te beweren dat het boek hem uit de handen viel, want daar behoort nog ongelijk meer toe; neen! maar hij wierp het neder; hij wierp het neder, hij nam zijn hoed, hij trok zijn handschoenen aan, vloog de trappen van het Leesmuseum af, stormde de deur uit. De schoone, van de Beursbrug komende, was de Blaak opgegaan en had zich dus rechts gekeerd. Zal hij haar nawandelen?

De procureur, die als naar gewoonte voor zijn schrijfbureau plaats heeft genomen, draait half het hoofd om en knikt, terwijl hij zegt: "Gaat zitten!" Keesje schuift een paar stoelen bij de tafel, wijst ze zwijgend den binnengetredenen aan en wipt daarna vlug op zijn hooge kruk, terwijl hij tegen Van Blaak een vies gezicht trekt en met de oogen knipt naar den kant, waar Strijkman zit.

Langzaam staat Strijkman op en begeeft zich, gevolgd door vrouw Juttner, die haar zoon aan de hand medetrekt, naar het kantoor, waar de heeren Krasser en Van Blaak ijverig zitten te schrijven en tersluiks van hun werk opzien, als het drietal de deur binnenkomt. Bij het binnengaan fluistert Strijkman nog even: "Hou je nou goed, mensch!"

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek