Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
Krasser inspecteerde de kachelpijp en de schuif, keek in den kolenemmer, deed den turfbak open, overtuigde zich van den voorraad turf en blokjes, nam uit zijn hoornen doos een snuifje en maakte de geestige opmerking, "dat het geen zomer was," een aardigheid, die bij van Blaak een gegrinnik uitlokte en Keesje de gedenkwaardige woorden deed fluisteren: "Als hij van achteren braadt, is hij van voren nog koud."
Eenige mindere hoofden, w.o. de dief van Saïdjah's buffel, werden afgezet en de regent kreeg een scherpe vermaning: de man was te gezien bij de bevolking, dan dat de regeering hem krasser dorst aanpakken! "Het zal als een donderslag in het land vallen," voorspelt hij aan Tine.
"Ik kan het niet helpen, mijnheer Krasser; 't is ook zoo'n grappige vent, en ik laat me villen, als het niet die pandjesbaas is, waar Janus van morgen van vertelde. U is er nog vet ..." "Ga op je plaats en gedraag je behoorlijk." Cornelis had goed gezien: 't was Philip Strijkman, die nu bij den procureur in het spreekkamertje zat te wachten.
Hm, hm! we zullen haar nog eens laten plaatsen. Meneer Van Blaak, wil u die oproeping even overschrijven, met deze verandering "erfgenamen zijn of kunnen aanwijzen." De tweede klerk overtreft zichzelven in vlugheid, als hij schrijft, en de procureur vervolgt tot Krasser: "Heeft u onderzoek gedaan aan het stadhuis en bij de buurtsecretarissen?"
Een heilige stilte heerscht in dezen tempel van Themis, als de procureur zijn schrijfbureau opent en eenige papieren ordent; zij duurt voort; totdat hij het eerwaardig grijze hoofd halverwege omwendt en met de hand langs de onberispelijk geschoren kin strijkend aan Krasser vraagt: "Wil u zoo goed zijn om mij eens even den brief uit New-York te geven; hij ligt op de G.; u weet wel, het is die brief, waarin Galway schrijft over de nalatenschap van een zekeren Makko; 'k meen, dat hij Adriaan heet."
"Heeft u die scheiding van tafel en bed van De Witt onderhanden?" vroeg Krasser aan Van Blaak, zijn collega, die juist begonnen was om met een houtje den inkt in den koker tot den gewenschten staat van vloeibaarheid te brengen. "Ik dacht er juist aan te beginnen." "En jij, Cornelis, als nu je handen eindelijk warm zijn, kunt die wisselprotesten overschrijven."
"Kijk dan toch uit, je morst er de helft weer overheen, ezel!" pruttelt Krasser, als Keesje het hem gevraagde in een behoorlijk hellenden stand toereikt. "Is het nu gedaan? 'k Zal het aan meneer zeggen, hoor, naarheid!" knort juffrouw Bekker, als Keesje, na zich van het zijne te hebben voorzien, onder tegen het blad een slag geeft. "Dag, juffrouw!" Bons! de deur valt dicht.
Gedurende eenigen tijd krabben de pennen over het papier. Mijnheer Krasser heeft nu en dan een fluisterend onderhoud met zijn patroon en af en toe wordt Van Blaak in het gesprek gemengd.
Nu, geef dien kop dan maar aan Van Blaak." "Zeg, wil jij wel van mijn koffie afblijven!" "Cornelis geef me mijn broodje en mijn kop koffie, en houd de juffrouw niet langer op." "Och, meneer Krasser, die jongen is een plaag; 't is iederen dag weer hetzelfde gezanik. Een mensch staat hier net voor mal."
Bedaard verlaat hij het vertrek, en als zijn voetstappen niet meer in de gang klinken, staat Keesje bij de deur, zet de borst vooruit, trekt zijn mond in een deftige plooi, en met onmiskenbaar talent zijns meesters spraak nabootsend, zegt hij tot de anderen: "Dan kunnen de heeren gaan koffie drinken." Van Blaak lacht luidkeels en zelfs Krasser grijnst.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek