United States or Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


En geen der beiden bemerkt, dat ik met mijn rijwiel aan de hand van het tooneel verdwijn. Naderhand brengt Kreel mijn zuster Trijn thuis. En hij blijft, tot moeder hem een kopje koffie heeft geschonken. En hij vertelt aan vader van de biggen. Maar van den verbroken minnehandel spreekt niemand, en niemand ook van den weer-aangeknoopten minnehandel.

De soorten, die in de keerkringslanden wonen, worden aanhoudend vervolgd door de groote leden van de familie der Katten en Honden, die soms een groote slachting onder de zwijnenkudden aanrichten. Vossen, kleine Katten en Roofvogels durven alleen biggen aanvallen; zij doen dit steeds met groote voorzichtigheid, daar de zeug haar kroost krachtdadig weet te verdedigen.

Onder andere gebood zij hem: dat men de borsten van al de Vlaamse zeugen afsnijden en al haar biggen met het zwaard doorspeten zou, en dat men de honden van Vlaanderen zou doodslaan; de honden van Vlaanderen waren de dappere mannen, die met het staal in de vuist voor het Vaderland strijden zouden.

Hij knikt tegen mij. Vele der biggen zijn ingesluimerd. Er gonst een vredig geronk uit het varkenskot. Ik knik tegen Kreel. Ik neem de pet af, berg daarin Kreels brief, en zet de pet wederom op. Ik steek de handen in de broekzakken. Ik wandel naarhuis. Ik zing binnensmonds. Ik zoek mijn zuster Trijn.

Zij bekeken de melkkoeien en de kalveren, de zeug en haar biggen, zij roemden de stevigheid en goede indeeling der gebouwen, 't geriefelijke van de ruime bergplaats in de schuur en in het wagenhuis; en vóór de bruine merrie bleven zij in lang gesprek en lange contemplatie. Het was alsnog niet duidelijk uitgemaakt of het beest al of niet veulen in had.

Natuurlijk openbaarden de biggen, overeenkomstig haar dwarsen geslachtsaard, de gezindheid, zich weer uit den wagen te laten vallen, zoodra haar nieuwe of haar oude meester ze erin wierp. Maar ik stiet, schuins achter den bakwagen staande, elke big, die zich eruit wilde laten rollen, met de vuist terug.

Die deed dit dan ook. Hij legde mijn kameraad de hand op den schouder. "Handel?" vroeg hij. Kreel schudde zich des varkensfokkers hand af. "'k Mot geen biggen", herhaalde hij. "Voor niet te veul", beloofde de ander. Kreel bleef staan; hij krabde zich onder de pet. Hij zweeg. Toen hervatte de fokker: "De zeventien met mekaar, elk een tientje". "'k Mot niet", zei Kreel.

De herberg van het dorpje, waar onze reizigers stilhielden, maakte een niet onaanzienlijke vertooning, in vergelijking met de overige woningen, die in een halven cirkel verspreid lagen rondom een groot grasperk, met eenige ijpeboomen beplant, onder wier gebladerte ettelijke biggen en schapen hun voedsel zochten, of zich in gezelschap van eenige kwakende eenden laafden in een plas of waterkom, midden in het perk aanwezig, en aan welken sommige oudheidkenners van vroegere dagen beweren dat het dorp zelf zijn naam verschuldigd was.

Gelukkig, dat die heiningen niet hoog waren, zoodat de Hollanders er over heen konden stappen. Het wemelde er van kleine, zwarte kinderen, die door de geheele negorij als jonge biggen in het zand kropen, terwijl de negermoeders daarbij lagen, even lui en log als zeugen. Al voortwandelende, bleven onze zeelieden op eens voor een der woningen staan, die zich in niets van de andere onderscheidde.