Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juli 2025


"Ik las vandaag in "de Pelgrimstocht", hoe, na veel moeiten en gevaren, Christiana en Groothart aan een mooie, groene weide kwamen, waar de lelies het heele jaar door bloeiden, en dat ze daar heerlijk bleven uitrusten, zooals wij nu doen, voordat ze de reis verder voortzetten," antwoordde Bets, en voegde er bij, terwijl ze zich langzaam losmaakte uit de armen van haar vader en naar de piano ging: "Het is tijd om te zingen, en ik verlang mijn oude plaats weer in te nemen.

Toont dat je de waarde van den tijd begrijpt door hem verstandig te gebruiken, dan zal jullie leven goed besteed zijn." "Wij zullen het onthouden, Moeder!" en ze hielden woord. Bets was postdirecteur, daar ze bijna altijd thuis was, en er dus geregeld voor zorgen kon, en ze vond de taak van het deurtje open te maken en den inhoud te verdeelen alle dagen weer even heerlijk.

Amy zei: "'t Is net of iedereen op iets wacht en niemand tot rust kan komen, en dat is toch vreemd, nu Vader weer goed en wel thuis is." En Bets verwonderde er zich in haar onschuld over, waarom de buren niet als naar gewoonte kwamen overloopen.

Terwijl deze veranderingen plaats vonden in het buitenland, had droefheid de achtergeblevenen thuis bezocht; maar den brief die Amy meldde, dat Bets achteruit ging, kreeg zij nooit in handen; en toen zij den volgenden ontving, was het gras reeds groen boven het graf harer zuster.

Om te beginnen: mijnheer March schreef dat hij spoedig bij hen zou zijn; dan voelde Bets zich dien morgen bijzonder wel, en werd ze, gewikkeld in de gift van haar moeder, een lekkere, roode shawl, in triomf naar het raam gedragen om het present van Jo en Laurie te aanschouwen.

Op zekeren nacht zocht Bets onder de boeken op haar tafeltje naar iets, dat haar de doodelijke vermoeidheid zou kunnen doen vergeten, die bijna even zwaar te dragen viel als pijn; zij doorbladerde haar ouden lieveling "De Reize naar de Eeuwigheid" en vond een stukje, papier door Jo bekrabbeld.

Jo zat in haar geliefkoosd gemakkelijk stoeltje, met den ernstig, rustigen blik, die haar zoo goed stond, en Laurie, op den rug van haar stoel geleund, zoodat zijn kin op eene hoogte was met haar krullebol, knikte haar vriendelijk toe in den grooten spiegel, die hun beider beeld weerkaatste. En terwijl ze zoo zitten, valt het gordijn voor Meta, Jo, Bets en Amy.

Hier stond hij op, alsof hij wilde heengaan, en Bets was juist van plan te spreken, want die laatste schikking maakte, dat er niets te wenschen overbleef. "Wilt u zoo goed wezen dit aan de jonge dames te zeggen, en mochten ze soms geen lust hebben, dan is het ook goed."

Terwijl zij daar zoo zat te peinzen, met het papier in de hand, viel het verkoolde blok hout ineen. Jo schrikte wakker, pookte het vuur eens op, en sloop zachtjes naar het ledikant, in de hoop, dat Bets zou slapen. "Ik slaap niet, maar ik ben zoo gelukkig, Jo. Kijk's, ik heb dit gevonden en gelezen; ik wist, dat je er niet boos om zou zijn.

"Ik ben de oudste," begon Meta, maar Jo brak alles af met een beslist: "Ik ben de man van het gezin, nu Vader weg is, en ik zal de pantoffels koopen, want hij heeft mij opgedragen vooral op Moeder te passen, zoolang hij weg was," "Neen, weet je wat we moesten doen?" bedacht Bets, "laten wij haar alle vier iets geven met Kerstmis en niets voor onszelf koopen." "Dat is juist iets voor Bep!

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek