Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 oktober 2025


Merkwaardigerwijze was elk hunner bekoord door een andere schoone, maar het zou even onbescheiden als onlogisch zijn, wanneer wij zouden vragen naar de oorzaak van deze wonderbare bestiering van Jonkvrouw Natuur, die in de romance misschien verstandiger wordt voorgesteld, dan zij in werkelijkheid is.

Dit is een verhaal waarin verteld wordt, dat een hooge bestiering waakt over de zoogenaamd brave menschen hier op aarde en alles ten slotte ten beste voor hen beschikt,... en dat de zoogenaamd slechten hun straf krijgen. HOVSTAD. Maar dat is juist heel mooi. Dat is net iets wat het volk hebben wil. PETRA. Wil u dan de man zijn die het volk zulke dingen voorzet?

Kippelaan krijgt het waarlijk al te benauwd. Wil hij kwaad!? Waarachtig niet! 't Is zoo goed als een bestiering. Jawel, een bestiering! Praatjes, allemaal praatjes werden er rondgewauweld. Kippelaan kan dat gewauwel niet velen en een weldaad zou het voor de familie Helmond en aanverwanten zijn, indien men uit echte bron aan al die praatjes een eind kon maken.

De indruk, welken de onbekende teweegbracht, had haar oorzaak in de fierheid van zijn oogopslag, in de vastheid, waarmede hij in den zadel zat, en in de behendigheid, waarmede hij op zijn gevorderde jaren met zijn klepper wist om te gaan, een fraai, bruin paard van Andalusisch ras, dat niet dan met ongeduld den teugel scheen te velen, en welks bestiering, naar men zien kon, een geoefende, fiksche hand vereischte; want meer dan eens, als zijn meester even ophield en in gebroken Hollandsch naar den weg vroeg, begon het met de voorbeenen op den harden kleigrond te krabben, en de manen te schudden, als wilde het te kennen geven, dat het niets liever verlangde, dan zijn weg in vollen ren te vervolgen.

En toen hij den tweeden brief aan het vuur had prijsgegeven, had hij bij zich zelve gezegd: »De vromen zouden het wel een bijzondere bestiering noemen, dat beide brieven in mijne handen terecht moest komen," en hij had geschaterlacht. Cesar aan den teugel, kwam Frits de officierstent voorbij. Er stonden een groep militairen: officieren, onderofficieren en gewone vrijwilligers.

Het is meer dan waarschynlyk, dat deeze uiterlyke opöffering van een gedeelte der inkomsten, door den eigenaar aan zyne arbeiders overgelaten, ten minsten deeze inkomsten op dezelfde waarde zal houden; naardien het belang, het welk de zwarten zelve daar by hebben, hen zal aanzetten, om met den meesten yver te arbeiden, om met lust mede te werken tot bevordering van den welvaart der Plantagiën, en de inzameling der vruchten, tot het beletten der diefstallen, tyd verspillingen, en verscheidene misbruiken, welken de al te strenge bestiering der slaven doet vermeenigvuldigen.

Dat ook juist nu die huisheer om zijn geld moest komen; t kon nooit beter en nooit slechter treffen; ’t geld was er immers, en toch... Hij wendde zich links en rechts, maar ’t wou hem niet gelukken om in te slapen; onophoudelijk kwamen de woorden van den Bobberd hem voor den geest: „als een arm mensch wat vindt, dan is ’t een bestiering, dan moet hij het hebben.” Waarachtig, ’t scheen wel zoo, ten minste nu.

Na bij zich zelven God vurig gedankt te hebben, dat hij door een zoo bijzondere bestiering derwaarts geleid was om het boos opzet dier aterlingen te verijdelen, begon hij over een middel te peinzen om hen in de handen des gerechts over te leveren.

Dat loterijbriefje onder de medegedeelde omstandigheden opgevischt, dat briefje met nummer 9672, hetwelk als het ware door de bestiering der Voorzienigheid aan de golven ontrukt werd, dat moest immers wel een gelukkig loterijbriefje zijn. Het scheen tot winnen voorbeschikt te zijn. Was het niet tusschen de duizenden andere aangewezen om den hoofdprijs van honderd duizend mark te winnen?

Dit gesprek werd tusschen Arie Wessels en zijn kleinzoon Frerik gehouden, in den avond vóór den dag dat de ruim achttienjarige jongeling loten moest. Frerik en Bart hadden hun ouders voor bijna twee jaren verloren en woonden nu met hun grootvader op een gepacht tabaksplaatsje, waarvan Frerik, onder het opzicht des ouden mans, grootendeels de bestiering had.

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek