Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juli 2025
"Ga nu spoedig met mijnen groet en mijnen zegen." Hij meende zich naar de Hof straat te richten; maar nu schoot hem eensklaps de herinnering te binnen, dat hij de juweeldoos in zijne woning had gelaten. Zonder beloftegift kon hij niet tot jonkver Placida gaan. Het hoofd met mismoed schuddende, begaf hij zich naar de Hoogstraat.
Uw huwelijk met jonkver Placida verbroken?" kreten zijne beide ooms. "Ja, onherroepelijk verbroken; jonkver Van Woumen zelve dwong mij tot het terugnemen mijner beloftegift." "Dan heeft het u aan moed of aan goeden wil gefaald", viel Bertulf beschuldigend uit. "Ik heb het gevreesd!" "Uwe vrees was onrechtvaardig en ongegrond, oom", wedervoer Robrecht met stille fierheid.
"Onverbrekelijk vastgesteld, vermits jonkver Van Woumen daarop mijne beloftegift heeft ontvangen." "En gij verzaakt Dakerlia voor immer?" "Uwe vragen zijn stout en indringend", antwoordde Robrecht met lichte spijtigheid. "Ware ik nog vrij, dan zeker zou ik aan geen mensch ter wereld de hand van Dakerlia afstaan.
De hand tot Robrecht reikende, sprak hij: "Ha, mher Sneloghe, laat mij toe u geluk te wenschen over uw schitterend huwelijk met jonkver Van Woumen." "Mijn huwelijk is verbroken", antwoordde de jonge ridder. "Gij schudt het hoofd en gelooft mij niet, Burchard? Placida heeft mij mijne beloftegift teruggegeven."
"De beloftegift is dezen morgen aanvaard; nog eene maand en het zal voltrokken worden." "Ik geloof het niet, mehr Van Woumen." "Waarom?" "Omdat de graaf zelf desnoods het u zal afraden; en gij, vriend Rijkaard, zoudt wel zeker zijnen raad volgen, tenzij gij voorgenomen haddet, evenals de Kerels, juist dat te doen wat den vorst kan mishagen." "De graaf weet niets van het ontworpen huwelijk.
Hoezeer ik ook hadde gewenscht dit huwelijk te kunnen ontwijken, ik erken mijnen plicht en onderwerp mij aan de noodzakelijkheid." "Oprecht? Ernstig?" "In vollen ernst. Wees gerust: eer een half uur verloopen zij, zal jonkver Placida mijne beloftegift ontvangen hebben. Zooals gij zegt, oom, Dakerlia zal begrijpen dat de plicht jegens Kerlingaland...."
"Maar Ghijselbrecht Tancmar stond insgelijks naar de hand van jonkver Placida", bemerkte Yorg Koevoet. "Indien zijn oom, de hofraadsheer, met den graaf terugkomt, zou hij dit huwelijk nog wel kunnen beletten." "Onmogelijk", antwoordde Bertulf, "heden nog, dezen morgen zelfs, zal Placida Van Woumen de beloftegift uit Robrechts handen ontvangen.
"Maar is het zoo, mijn neef, laat mij nog eene poging bij hem beproeven." "Neen, neen, oom, ik heb u gehoorzaamd en mijnen plicht gedaan. Nu wil ik van dit huwelijk niet meer hooren en ik bevestig het u nog eens: Dakerlia Wulf wordt mijne bruid!" "Eilaas, kan het anders niet!... Wij zullen zien nochtans." "Ik heb haar reeds mijne beloftegift aangeboden." "Hoe? wat zegt gij?
Jonkver Placida was te huis en wachtte zelfs op mher Robrecht, meende de schalk. Hij leidde den jongen ridder over den neerhof en opende voor hem de deur eener kamer, waar Placida bij het venster was gezeten met hare oude dienstmeid Martha. Op de tafel bemerkte hij met verwondering de dooze die zijne beloftegift bevatte.
Uw oom en uwe magen zullen, meen ik, den wil eener vrouw eerbiedigen, en mijnen vader daarom niet haten ... Neem uwe beloftegift terug, heer!" "Eilaas, het zij zoo!" zuchtte Robrecht, de juweeldoos van de tafel nemende. "Alles is dus tusschen ons verbroken?" vroeg hij droef. "Alles", was het koele antwoord. "Onherroepelijk en voor altijd?" "Voor altijd!" "Blijf dus met God, jonkver Van Woumen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek