Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 oktober 2025


Het wijveken schokte eerst omhooge en seffens daarna joepte ook het manneken los. De beiaard tikkelde met zijn luttel gespeel van bellen, en de stijve dans begon. Hoe schoone! Hoe ... schoone!... zuchtte Goedele. Ze zat in de halve donkerte, achter Albien, en ze beloerde hem. Haar gemoed kwam vol en ze zou weer stille aan het weenen vallen, aldoor kijkend naar haar vader.

De klok luidt, de beiaard speelt, het volk juicht en Sint-Martenskermis is volop aan den gang. Asper heeft 1,860 inwoners. Tusschen Heurne en Asper beschrijft de Schelde eene bocht. Daar ligt Zingem, in eene vruchtbare vlakte. Het dorp telt 2,400 zielen. Na de godsdienstige woelingen der XVIe eeuw was de kerk van Zingem heel bouwvallig.

De zoon van den hertog van Alva wil, naar hij zegt, om onze stede binnen te komen, geen andere sleutels dan zijne donderbus. Dat hij, als hij kan, die zwakke poorten opene: daarachter zal hij mannen vinden. Luidt, klokken; werp uw blijde tonen in de met sneeuw bezwangerde lucht, beiaard! ... Wij hebben slechts zwakke muren en onze grachten zijn gemaakt naar de oude wijs.

Zij speelde lijk een kind, hinnikte herhaaldelijk, en het groene water danste vol gebroken zilver en wemelende zonnescherven. Pallieter had er deugd van met het na te zien en werd er ten langen leste zoo door meegelokt, dat hij zich gekleed in het water liet vallen. Hij zwom Beiaard achterna, haalde haar in, en wrong zich op den breeden rug.

Als hij weerkwam spande hij de zwertgevlekte witte merrie in de versch-geschilderde huifkar en reed ermeê naar de statie. Alle huizen in de stad waren bevlagd en de beiaard van St. Gommarustoren rammelde volksliekes over de daken, waarboven duiven toerden. Er wandelden reeds venten met ballonnekens en wat verder klopte een Italiaansche orgel.

Luidt niet, klokken; speel uw zachte, eenvoudige deuntjes niet, beiaard: don Frederik nadert, de zoon van den bloedigen hertog. Hij komt op u af, gevolgd van vijf en dertig vendels Spanjaarden, uwe doodvijanden, Haarlem, o stede van vrijheid; twee en twintig vendels Walen, achttien vendels Duitschers, achthonderd peerden, een machtig geschut volgen hem.

En, de schuimende snuit naar de breede borst gebogen, stapte Beiaard op den Nethedijk, en zijne groote pooten klopten plat en zwaar lijk hamers in het roode zand. Alles bewoog wat er aan was; het genoot en snoof de klare morgenlucht, en was spelend als een veulen, sloeg zijn kop omhoog en opzij, wipte zijn achterste pooten in de lucht, en hinnikte aanhoudend.

O, wat blijde dans bij het zilveren geluid onzer klokken, bij de lustige muziek van den beiaard! ... Ze weten dus niet, dat de prins waakt over ons, dat ons, alle dagen, langs goedbewaakte wegen, sledevrachten koren en buskruit geworden; koren voor ons, buskruit voor hen. Waar zijn hunne zeshonderd Duitschers, die wij doodden en verdronken in 't Haarlemmermeer?

Heinde en ver is de lucht wit, en zonder ophouden valt de sneeuw immer door in het zwarte water, in hetwelk zij smelt. Het sneeuwt op het land: wit zijn de wegen, ook wit de flauwe schimmen der ontbladerde boomen. Geenerlei gerucht is te hooren, tenzij het verre gelui van Haarlems klokken, die het uur slaan, en van den blijden beiaard, die in de dikke lucht zijn gesmoorde tonen zendt.

En door dien heiligen vrede die het land omhulde, klonk ver het veelmondig gezang van huiskeerende pikkers en bindsters. Pallieter had kunnen weenen en zei: "Neeë! de groete Pan is nog nie heelemaal doed. Die dat hoorde zeggen hee gedroemd! Want ik hem vandaag zan horekes gezien!" In den heeten Zondagmorgen was Beiaard, de witte merre, aan 't zwemmen in het water van de Nethe.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek