Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
Het is tien jaar geleden, sedert den 13den Juli; mijn meester leefde wel eenzaam, maar de zaken gingen op Wildenborg niet als nu. Op eenen zekeren nacht werden wij onverwachts gewekt door een vreemd geraas in de lucht. Het was, alsof de aarde beefde, alsof er honderd wagens te gelijk door den hemel reden. Daarop begon het te bliksemen en te donderen, dat wij meenden de wereld te zien vergaan.
Niemand dacht, dat deze kussen iets anders dan tooneelkussen waren, niemand vermoedde dat de Sennora beefde van schaamte en de ridder trilde van onrust. Iedereen dacht, dat alles bij het tableau hoorde. Eindelijk stonden Marianne en Gösta achter de coulissen. Zij streek zich over het voorhoofd en over het haar: "Ik begrijp mij zelf niet," zeide zij.
Zelfs Thaddeus Sholto scheen niet op zijn gemak te zijn en de lantaarn beefde in zijn hand. »Ik kan het niet begrijpen," zeide hij, »er moet eene vergissing plaatshebben. Ik deelde Bartholomeus duidelijk mede, dat wij hier zouden komen en toch is er geen licht aan zijn venster. Ik weet niet wat ik ervan denken moet." »Houdt hij altijd zoo zijne beloften?" vroeg Holmes.
Zij had een gevoel, alsof zij haar oogen vast toe zou moeten drukken, om niet meer te zien, anders zou haar hart breken. Op hetzelfde oogenblik klonken korte, haastige voetstappen uit de aangrenzende kamer en kwam Helle aangeloopen. "Vader is nergens," zeide hij, en zijn stem beefde van de tranen.
Op het gezicht van het bloote vleesch, waarin hij hakken moest, schoot Geeraart op uit zijne gevoelloosheid; zijne beenen begonnen te trillen, dat het schavot er van beefde, en het zwaard viel hem uit de vuist; echter werd dit voor alsdan niet bemerkt, aangezien het teeken tot de uitvoering van het vonnis nog niet gegeven was.
De Heer Blaek zal zich Baron Van Lintz wel herinneren?" "Ik, Mijnheer?" vroeg de Heer Blaek, terwijl hij moeite had, om het theekopje, dat in zijn hand beefde, aan den mond te brengen: "met uw verlof ... neen ... ik herinner mij niets van hem." "Niets!
De eerste zorg van Jean Valjean was geweest zijn schoenen te zoeken en ze weder aan te trekken, en vervolgens met Cosette in de bergplaats te gaan. Een vluchteling acht zich nooit genoeg verborgen. Het kind dacht nog altijd aan vrouw Thénardier, en deelde dus in Jean Valjeans zucht om zich zoo goed mogelijk te verschuilen. Cosette beefde en drong zich tegen hem aan.
Met groote, holle oogen van twijfel en angst zat de zieke in zijn leunstoel bij den haard te luisteren en te beven; en ook Rozeke zuchtte en beefde, als voor een groote ramp waaraan zij beiden haast niet meer ontsnappen konden.
De lachbuien, die de kinderen, sedert 't begin van dit mooie verhaal, al met moeite onderdrukt hadden, barstten op dit oogenblik met zoo groote luidruchtigheid los, dat zij plotseling midden in haar zin bleef steken. Onwillekeurig richtte zij den blik op den ongeluksketting en beefde weer van schrik en ontsteltenis.
De groote vriend trachtte voor Maroessia een doortocht door het kreupelhout te banen, maar zijn krachten schoten daartoe te kort. Deze zwakheid van hem, dien zij als de verpersoonlijking van alle kracht beschouwde, maakte het meisje angstig. Voor de eerste maal beefde zij voor den vriend, dien zij als onkwetsbaar had beschouwd. Maar zij richtte geen vragen tot hem.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek