United States or Namibia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarop borden en glaswerk, roodkoperen dingen in dofrood gevlam. Den rand van den schoorsteen, terzij van de bedstee, had Mijntje belegd met repen behangsel en ook daarin roofdier-tanden geknipt, lauw nu ombollend door de warmte der kamer. Op den grond, bij de koperen kachel, lagen de kindren, Meijer vooraan, die wakker nog was.

Ik weet niet meer, wat ik nu verkoopen moet. De lamp is alles. Olie is er toch ook niet. Had ik maar geld voor moeder en voor broertje." De gevouwen handjes in haar schoot, keek ze angstig om zich heen. "Drinken," fluisterde eene stem uit de bedstee. Haastig sprong ze op en vloog er heen. Ze schoof de gordijnen weg. Het vreeselijk vermagerd gezicht van een nog jonge vrouw kwam te voorschijn.

Het houten kistje, dat Aaij tevergeefs op stoel en tafel zocht, ontwaarde hij eindelijk in de bedstee des jonkmans. Voorzeker had deze, toen hij zich ter ruste had nedergelegd, het in zijn arm gehouden, doch, ingeslapen zijnde, het weder losgelaten.

Laat ik u nog even wijzen op mijn tooneelkritiek in "De Amsterdammer" en mijn raadsverslagen in de "Haagsche Crt." toen Jan C. daar in zat. U in uw werkkring kent misschien ook wel de zoogenaamde "bedstêe" die in de raadszaal van onze residentie voor perstribune dient. Daar heb ik ook ... gebruik van gemaakt. En dan noem ik U nog een bundel schetsen: "Uit ons Parlement".

Janssen geeft weinig um proal of pracht, 't kamerke is best genoeg; in die bedstee zal ie wel sloapen. Alschoon 't hum hier bij nêf en nicht perjen niet mee is gevallen, zoo gleuft ie toch dat ze doen wat ze kunnen.

't Was kort na het laatst vermelde gesprek, dat Janboer het kelderkamertje binnentrad, waar moeder Trijntje bij de bedstee van Jozef gezeten was. Zijn vragende blik werd met een bedenkelijk hoofdschudden beantwoord. Janboer zuchtte. "Woar is Jenneke?" vroeg hij eindelijk zeer zacht. Trijntje haalde de schouders op, en fluisterde: "Stil toch; hie slupt."

"Toppe toffe.... toppe toffe," hoorde ze luid zijn stemmetje roepen; daarvan werd ze wakker, en ze lag lang te staren in de donkere bedstee, met een oneindige, weeke, kwellende gloed in haar hartje en de brandende tranen tusschen haar wimpers. En nóg eenmaal herbegonnen voor Sprotje de oude dagen van leven en werken thuis.

Ik zeg tegen Jans of eigenlijk ik heb het eergisteravond gezeid, toen we samen in de bedstee leien: God geef dat onze Hollandsche jongens zich niet door die vreemde poespas in de draaierij laten brengen.

Eleazar stond op, trok het dek naar 't voeteneind, stopte de deken onder de armen. Koorts-driftig weerde de zieke 'm af. De zwachtels, weder door-etterd, plakten aan de houtwol van 't matras. Kreunend woelde hij zich bloot, wilde niet geholpen worden. De oogen heet-koortsig vergroot, groen-flitsten in 't donker der bedstee.

"Trek de deken maar recht," knikte hij. 't Was toch 'n verheugend gezicht 't meisje dat 't kussen klopte en gladstreek z'n deken. Ze wreef met de handen er over, zat op den rand van de bedstee, waar Saartje gezeten. "Hei-je geen laken?" "'n Laken welnee!"... "En leg-ie niet koud?"... "Alles gewoonte"... "Wij legge warmer," lachte ze opnieuw. "Wie?", vroeg hij stug.