Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 mei 2025


Een hevige hoestbui overvalt hem en hij schrapt en spuwt, naast mij: ... zoû hij tering hebben? Hij hoest zóo akelig. ... Ik ben de Lion, herhaalt hij. Ik kon Bébert niet weigeren. Nu ... heeft hij me gelegd ... Hier ben ik niets waard meer, hier op de Place Garibaldi is geen sou meer voor me te verdienen ... Als ik het van daag niet doe, doe ik het morgen.

Je moet zelfs niet gaan kijken, zeg ik, verteederd, omdat Bébert toch beter is dan ik dacht. Want als de Lion je ziet, onder het publiek, dan krijgt hij het land. ... Hoor eens, duc, zegt André; als Bébert niet wil, omdat jij het liever niet hebt, dan zal ik den Lion ook niets doen, maar ons zelfs te verbieden eens te gaan kijken op de Place Garibaldi, dat is te sterk, hoor!

André, zeg ik; en jij, Bébert, ik herhaal, dat jullie beroerde jongens bent, als je van avond worstelt met den Lion. De Lion is misschien verwaand, maar dat doet er niets toe: de Lion is een arme, oude kerel, die vroeger zijn triomfen heeft gevierd, net zoo goed als jullie nu.

En André, die wel beter wist, maar veel houdt van in het ootje te nemen, staafde mijn bewering: Natuurlijk is die een duc! heeft André aan Bébert verzekerd. Zoo dat ik geloof, dat die domme Bébert gelooft, dat ik een "duc" ben, en authentiek. Bébert le Boucher is van het Noorden, van Amiens, geloof ik. André le Pêcheur is van het Zuiden, van Marseille, zoo niet van Nice.

De Lion zal zijn tapijtje niet spreien, zegt Bébert, achter mijn rug, tegen André en ik zie ze wel knipoogen, en wantrouw vooral Bébert. In den Rocher de Cancale buigt de dikke waard ons te gemoet. Het lokaal is heel vol, nu het regent. In een hoek zitten visschers te kaarten.

In mijn rug hoor ik de meiden ons kritizeeren: een duc, die met twee lutteurs in den Rocher een borrel komt pakken, dat vinden ze eigenlijk gek, maar ze hebben eerbied, voor mij, omdat ik duc ben, en voor Bébert en André, omdat ze zoo geweldig sterk zijn. Nou, de duc is goed bewaakt! hoor ik de eene meid zeggen. En de andere: Beter, als dat hem de Lion zoû bewaken!

Wij wisselen opmerkingen over den wind en het weêr en Bébert en André zijn het eens met mij, dat het boos weêr zal gaan worden. Zij noemen mij "monsieur le duc" of meestal "duc," omdat Bébert mij eens heeft gevraagd: Jij bent immers een "duc?" Ze hebben me gezegd, dat je een "duc" was. Natuurlijk ben ik een duc! heb ik geantwoord met aplomb.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek