Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Ze wist, dat Ivanhoe in veiligheid, en ook dat Athelstane dood was. Het eerste vervulde haar met oprechte dankbaarheid; en al verheugde zij zich ook juist niet over het laatste, zoo kon men haar vergeven, dat ze het geluk besefte van bevrijd te zijn van verdere aanzoeken in de eenige zaak, waarin ze altijd door haar voogd Cedric was tegengegaan.
Maar hoe kan dit zijn, zoolang Rowena, Athelstane en ik zelf de gevangenen zijn van dezen onbeschaamden roover, en dat misschien alleen wegens het gevaar, hetwelk onze vrijheid aan de overweldigers kon berokkenen?"
Dit zeggende, stond hij op, en verliet de eetzaal, gevolgd door Athelstane en verscheidene andere gasten, die met de Saksers vermaagschapt, zich beleedigd gevoelden door de spotternijen van Prins Jan en zijn hovelingen. "Bij het gebeente van St. Thomas!" riep Prins Jan, toen zij zich verwijderd hadden, "de Saksische boeren hebben ons de nederlaag gegeven, en zijn zegevierende afgetrokken."
"Ik ben gereed," antwoordde Athelstane, "om het ergste van hunne boosheid te verduren; en ik zal naar den dood gaan met evenveel bedaardheid, als ik ooit aan tafel gegaan ben." "Laat ons dan tot onze heilige versterking overgaan, vader!" zei Cedric.
"Hond van een Jood!" zei Athelstane, wiens geheugen van dien kleingeestigen aard was, dat het alle kleinigheden en vooral beuzelachtige beleedigingen onthield, "herinnert gij u niet, hoe gij ons in de galerij bij het toernooi getrotseerd hebt?
Er zijn gegronde redenen, waarom de zoon van Weetniet voor den zoon van Hereward sterft; maar er zou weinig wijsheid in steken, om te sterven voor iemand, wiens vader hem vreemd was." "Schurk," zei Cedric, "de voorouders van Athelstane waren Koningen van Engeland!
Ik kwam, om mijn meester te redden, en als hij niet wil basta; dan heb ik verder niets te doen, dan weder op te stappen. Een liefdedienst kan niet van de eene hand in de andere overgaan, als een bal of een stuk speelgoed. Ik wil voor geen mensch opgehangen worden, dan voor mijn aangeboren heer." "Ga dan, edele Cedric," zei Athelstane, "verzuim deze gelegenheid niet.
Is het te veel, dat twee Saksers, ik en de edele Athelstane, eigendom bezitten in een land, dat eens het vaderlijk erfgoed van onzen stam was? Brengt ons dan ter dood, en voltooit uwe dwingelandij, door ons van het leven te berooven, na ons onze vrijheid ontnomen te hebben. Zoo Cedric de Sakser Engeland niet kan bevrijden, dan wil hij gaarne daarvoor sterven.
Maar, schoon Athelstane moedig en sterk was, had hij echter een te traag en te weinig eerzuchtig karakter, om de proef te doen, welke Cedric van hem verwachtte. "Het geluk is tegen Engeland, Milord," zeide Cedric met nadruk; "wilt gij ook niet een lans breken?" "Ik zal mij morgen in de mêlée mengen!" antwoordde Athelstane. "Het is niet de moeite waard, mij heden te wapenen."
"Wij zullen elkander op Coningsburgh, het kasteel van den overleden Athelstane, wederzien," zei hij tot Ivanhoe, "uw vader viert aldaar het lijkfeest van zijn edelen bloedverwant. Ik wilde gaarne uwe Saksische verwanten bij elkander zien, ridder Wilfrid, en hen wat beter leeren kennen. Dáár zal het ook mijne taak zijn, u met uw vader te verzoenen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek