Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Gilles, cipier, laat Cedric van Rotherwood voor mij brengen, en den anderen boer, zijn makker, ik meen Coningsburgh, Athelstane, of hoe hij heet; zelfs hunne namen zijn lastig voor den mond van een Normandischen ridder, en zij ruiken, als het ware, naar spek.

Athelstane nam dit voor een ernstig compliment op; maar Cedric, die de bedoeling van den nar beter begreep, wierp hem een strengen en dreigenden blik toe; en het was misschien gelukkig voor hem, dat tijd en plaats beletten, dat hij, in weerwil van zijn ambt, nog gevoeliger bewijzen van het ongenoegen zijns meesters ontving.

"Ja," zei Cedric, half tot zich zelven en half tot Athelstane sprekende, "het was in deze zelfde zaal, dat mijn vader een feestelijken maaltijd hield met Torquil Wolfganger, toen hij den dapperen en ongelukkigen Harald onthaalde, die tegen de Noorwegers optrok, welke zich met den oproerling Tosti vereenigd hadden.

Hij had een schoon gelaat, was zwaar en sterk van lichaam, en in den bloei zijner jaren, maar had geene levendigheid in zijn uiterlijk; zijne oogen waren zonder uitdrukking; hij was langzaam in zijne bewegingen, en zoo traag in zijne besluiten, dat men hem den scheldnaam van een zijner voorouders gaf, en hij dikwijls Athelstane de Besluitelooze genoemd werd.

Rowena zweeg, en Cedric antwoordde voor haar in zijne Saksische moedertaal: "Jonkvrouw Rowena verstaat uwe taal niet genoeg, om deze beleefdheid te beantwoorden zooals het behoort, of om deel aan uw feest te nemen. Ook ik en de edele Athelstane van Coningsburgh spreken slechts de taal, en huldigen alleen de zeden onzer voorouders.

Zijn beste, zoo niet zijn eenige reden, om de partij van Brian de Bois-Guilbert te kiezen, was Athelstane voorzichtig genoeg voor zichzelven te houden.

"Het mag de duivel zijn!" zei Athelstane. "Tot mijn geluk miste hij zijn doel, en toen ik op hem aankwam om handgemeen met hem te worden, zette hij het op een loopen.

Edele Athelstane, vaarwel! en ook gij, mijn arme jongen, vaarwel! gij, wiens hart een nog zwakker hoofd zou vergoeden. Ik zal u redden, of terugkeeren en met u sterven.

Om hem alzoo wegens eene voorkeur te straffen, die zijn eigen aanzoek in den weg scheen te staan, had Athelstane, vol vertrouwen op zijne krachten en groote behendigheid in het gebruik der wapenen, die hem zijn vleiers tenminste toeschreven, besloten, niet alleen den Onterfden Ridder van zijn machtigen bijstand te berooven, maar zelfs, als er zich eene gelegenheid opdeed, hem de zwaarte van zijn strijdbijl te doen gevoelen.

De rijkdom en het aanzien van den overleden Athelstane maakten, dat deze plechtigheden op de ruimst mogelijke schaal gevierd werden.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek