United States or Kenya ? Vote for the TOP Country of the Week !


En toen er geen enkele in staat bleek, om den toets te doorstaan en de jonkvrouw luid klagend heen wilde gaan, om elders een verlosser te vinden, riep koning Arthur op bitteren toon: "Helaas! is er dan géén onder mijne ridders, wiens naam zonder smet of blaam is en wiens dapperheid zóó groot is, dat hij deze proef kan doorstaan!

Dit is vooral merkbaar aan het slot der geschiedenis; het is geheel tegen den geest der oud-Fransche ridderromans, om Walewein anders dan zegevierend uit eene onderneming te voorschijn te doen treden en in ons verhaal keert onze held min of meer schuldbewust en boetvaardig naar het hof van koning Arthur terug.

Ridder Key, de drossaart van Arthur, die in de Bretonse romans altijd uitgelachen wordt, verdedigt Wolfram omdat hij zo goed de etikette in acht doet nemen; het hof van de Thüringse landgraaf zou zulk een ceremoniemeester uitstekend kunnen gebruiken.

Maar het meest speet mij toch, dat ik Arthur en mevrouw Milligan zou moeten verlaten; ik zou hun liefde niet langer ondervinden en ook hen verliezen, evenals ik vrouw Barberin reeds verloren had. Zou ik dan altijd, wanneer ik van iemand hield, op zulk wreede wijze gescheiden worden van hen, met wie ik mijn ganse leven zou willen doorbrengen?

Het zwaard van Alexander is door een fee van koningin Penthesilea gebracht, zijn harnas is van Arabies goud, de helm is van Cornwall in zijn tijd heeft koning Arthur die opgehad; het schild is door koning Salomo gezonden, dat is nog van Samson geweest.

Toen Arthur zijne ridders den volgenden morgen deelgenoot had gemaakt van zijne vreemde droomen, zagen de meesten van hen hierin een voorteeken, dat de kansen van den strijd hun voor het oogenblik niet gunstig waren en daarom rieden zij den koning aan, den raad, dien de geest van Walewein hem in zijn droom gegeven had, op te volgen.

Toen de beide broeders den mannelijken leeftijd bereikt hadden was de mare van Arthurs roem allengs doorgedrongen tot de eenzaamheid van hun vaderlijk kasteel en beiden voelden den wensch bij zich opkomen om naar Camelot te gaan en koning Arthur hunne diensten aan te bieden.

Zij praatte met hem en men was er maar al te zeker van, dat zij hem als haar minnaar beschouwde. "Als de krantenlui er de lucht van krijgen!" zei Sir Arthur Poedel Laarslik... "Ik heb hooren zeggen" fluisterde de oude bisschop van Frumps... "Weer een nieuwtje boven," zei de eerste lakei, terwijl hij hier en daar knabbelde aan dessert-dingen.

Met een hart vol droomen en idealen trekt hij op naar het hof van koning Arthur, waar hij roem en eer hoopt te behalen onder de banieren van zijn vorst.

Gedurende de volgende drie eeuwen hooren wij weinig over Koning Arthur en zijne ridders, hoewel het feit, dat, om bij Engeland te blijven, dichters als Spenser, Milton en Dryden het onderwerp hunne aandacht waardig keurden, als een bewijs mag dienen, dat de belangstelling voor de oude sagen niet geheel verdwenen was.