Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juli 2025


Men moest de antoe's beloonen voor hun onwaardeerbare hulp. Tal van kippen werden gedood en het bloed dezer dieren aan de antoe's geofferd. Ook de koppen der Sibaoe's, op staken rondgedragen, vervulden bij deze heidensche plechtigheden een gewichtige rol. Eindelijk was de rijst op en de toewakpotten waren leeg. Toen gingen de menschen uit de andere dorpen weer naar hun woonsteden terug.

Weer klonk een dreigend gemompel. Kees vervolgde met vuur: »Laat ons vechten, mannen! De antoe's helpen ons, als we maar dapper strijden! Wat zeggen de mannen van de Kenjaoe nu?" Een druk gepraat ging door de rijen. Enkele jonge mannen stieten oorlogskreten uit. Anderen sloegen op hun schilden. De meesten echter wachtten met ingespannen verwachting, wat de oudsten en hoofden zouden zeggen.

De antoe's zouden ons dat niet toestaan." Het was vruchteloos hier iets tegen in te brengen. Voor de zooveelste maal verwenschte Kees de bijgeloovigheid der Dajaks. Langzaam en voorzichtig trok de bala verder. In den middag trok men voorbij een ladang waarop een huisje stond, dat echter geheel verlaten bleek. Tegen den avond echter ontdekten de verkenners een groote ladang.

Zij hebben sterke antoe's, die hen helpen," antwoordde de Dajak met groote overtuiging. Kees haalde de schouders op en zweeg verder. Hij keek toe, hoe de beangstigde Dajaks bij het slechte licht van walmende harstoortsen hun benoodigdheden inpakten, om zich gereed te maken voor een langdurig verblijf in de schuilpaatsen in het bosch.

»Misschien weten jelui raad, daarom vertel ik het," zei Kees. »Waarom is u hier heen gegaan, heer?" vroeg een ander. »Ik had berichten, dat hij naar de Tekoeng was gegaan, om bij dezen grooten kawangboom met de antoe's te spreken," loog Kees. Nauwelijks was dit gezegd, of de bijgeloovige Dajaks sprongen op, alsof ze wilden vluchten.

En zelfs in den droom schenen de antoe's van den Goenoeng Lawit hem niet met rust te laten. Den volgenden dag kwam het reisgezelschap in het eigenlijke gebergte. Men vorderde nu slechts zeer langzaam. Meermalen gelukte het alleen maar voorwaarts te komen langs smalle bergranden, aan weerzijden begrensd door diepe ravijnen met zeer steile hellingen.

Daarna vertelde Kees, hoe de beide andere Dajaks hem verlaten hadden. Ook deze mededeeling verwekte groot opzien en ontsteltenis. »Ze zijn niet teruggekeerd, heer!" zei Petinggi Datoek. »De antoe's hebben ook hen naar beneden geworpen," verklaarde een oud man met groote stelligheid. Een huivering van ontzetting voer door de rijen.

»Daar ligt een lijk, heer!" »Ga dan eens kijken!" »Ik durf niet, heer, voor de antoe's!" antwoordde de Dajak op benauwden toon. Kees luisterde al niet meer en snelde er heen, gevolgd door Marti. De Dajaks bleven vol vrees op tamelijk grooten afstand. Op de aangeduide plaats vond hij de overblijfselen van een mensch.

»Hier blijven!" gebood Kees, die ondanks zijn teleurstelling toch nog moest lachen om de kinderachtige angst van die krijgers. »Deze antoe's zijn mij goed gezind. En zoolang jelui mij dient, zullen ze jelui ook geen kwaad doen." De Dajaks zetten zich weer neer. Toch voelden ze zich nog niet erg op hun gemak in de nabijheid dier gevreesde antoe's.

Daarna begon Kees, omringd door de aandachtig luisterende Dajaks, het droevig verhaal van al hun lotgevallen. Toen hij beschreef, hoe de eene Kenjaoe van de rotsen was gestort, klonken er uit de rijen de luisteraars uitroepen van schrik en medelijden. Voor alles stond het vast, dat de antoe's der bergen zich hadden gewroken op de overmoedige menschen, die zich op hun terrein hadden gewaagd.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek