Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
"Goede reis samen," zeide Lodewijk: "en ik hoop dat de familie van de Juffer alle reden zal hebben, over haar keuze tevreden te zijn," voegde hij er bij, op een toon, die mij verstaan deed, dat hij geen woord geloofde van al wat ik hem, ik moet bekennen vrij onhandig, verteld had. Ik antwoordde verder niets; maar, den arm aan Amelia gevende, verliet ik met haar de herberg.
Wijs mij een afgelegene, een veilige woonplaats aan, het zal slechts voor weinig tijds zijn ... aan geld ontbreekt het mij niet: en ik zal u danken, Mijnheer! maar niet bij bloedverwanten, die mij een genade zouden meenen te doen." "Hoor!" zeide Tante Letje, terwijl zij Amelia bij de hand nam: "gij zult niet bij vreemden gaan, en ook niet bij Heynsz terugkeeren.
"Hoe!" riep Amelia uit, terwijl de uitdrukking van haar wezen opeens veranderde en zij mij met een blik van verwondering aanzag. "Ik versta u niet," vervolgde zij, mijn vader met angstvalligheid aanziende. "Gij verstaat mij niet?" vroeg mijn vader, zelf verwonderd over de plotselinge verandering in haar gelaat.
"Amelia? Zij is toch waarlijk geheel onschuldig aan het voorgevallene." "Ma foi!" zeide Heynsz, glimlachende: "niet zoo geheel en al. Had zij niet in de oogen gestoken den Heer Blaek, deze haar niet had achterna gevolgd en was niet aangekomen hier: enfin! het eene is een gevolg van het andere." "En Kapitein Pulver?" vroeg ik.
Op dit oogenblik trad de dienstmaagd binnen en gaf mijn vader een briefje, hetwelk een onbekende gebracht had, met last om het onmiddellijk aan Z.-Ed.-Gestr. te overhandigen. Hij las het: zijn gelaat teekende verwondering; hij zag Amelia oplettend aan en zeide toen op halfluiden toon: "Hoe is het mogelijk, dat ik niet vroeger op dat denkbeeld gekomen ben? Zij is haars vaders evenbeeld.
Amelia zag beangst en bevende, eerst haar vader, vervolgens mij aan met een smeekenden blik. Eerstgemelde bleef echter op denzelfden koelen toon tegen Pulver voortgaan: "Ik weet niet," zeide hij: "wat gij bedoelt. Mijn naam is: Bos: en ik ben op de Antilles nooit geweest."
Den 16 November 1683 trad bij in den echt met Amelia, Prinses van Anhalt-Dessau, Dochter van Johan Georg II, waarmede hij dertien jaren vereenigd was, en uit welk huwelijk zijn gesproten zeven dochters en twee zoons: Willem Georg Friso, die een jaar na zijne geboorte is gestorven, en Johan Willem Friso, zijns Vaders opvolger.
Ik weet, dat het bewaren van ons geheim u een bron van verdriet is geweest." "Neen, mijn vader!" zeide Amelia: "gij weet nog niet alles: ach! gij weet niet, welk leed wij den Heer Huyck onwillekeurig veroorzaakt hebben. Zijn zoetste hoop, zijn vurigste zielswensch hebben gevaar geloopen, van door onze noodlottige kennismaking voor altijd verstoord te worden.
Ik had deze woorden nauwelijks geuit, of zij werden bevestigd. De deur ging open, en Amelia trad binnen. Men moet weten, zoo men het niet reeds heeft opgemerkt, dat mijn goede Tante altijd voor iedereen te huis was: en dat haar meiden dus nooit iemand aandienden; maar elk, wiens gezicht zij eenmaal gezien hadden, dadelijk naar boven stuurden. Wij waren alle drie onthutst.
"Had men u ten minste maar bij een ordentelijke burgervrouw Besteed," zeide Tante: "maar, mij dunkt, Amsterdam is groot genoeg, en ik zal zelve aan dien Sinjeur Bouvelt schrijven, en hem voorstellen, u een ander logies te bezorgen." "Santa Maria! doe dat niet," riep Amelia ontsteld uit: "de Heer Bouvelt ligt ziek te bed en is buiten staat zich met eenige zaken te bemoeien."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek