Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Er viel echter niets aan te veranderen, daar Lodewijk het zelf zoo gewild had; doch de achtelooze, onverschillige wijze, waarop hij zijn keuze gedaan had, bleef ons, evenals die keuze zelve, onverklaarbaar. Droevig was echter de uitwerking, welke de afloop van den twist op Amelia deed. Schoon haar oog geen traan ontvloot, teekenden al haar gelaatstrekken hevige ontroering en bezorgdheid.
"Is het op die wijze, dat gij mijn zorg denkt te verminderen? en is deze de eenige troost, dien gij mij geven kunt?" zeide Amelia met een verwijtenden blik. "Wees vooralsnog niet voor uw lief bekommerd, Mejuffrouw!" zeide Lodewijk: "ik hoop later mij met den Heer Huyck te meten en hem zijn smadelijke woorden te doen opslikken: eerst moet de zaak met uw vader afgedaan zijn."
Mijn vader zag mij aan, schudde bedenkelijk het hoofd, nam een snuifje en verwijderde zich om in zijn vertrek te gaan arbeiden: zoodat, zeer tot mijn genoegen, het gesprek over Amelia en haren vader hierbij rusten bleef.
Dan weder stelde ik mij de belofte voor den geest, welke ik den Heer Bos gedaan had, en de moeilijkheden, welke voor mij zouden kunnen ontstaan zoo uit de verplichting, die ik op mij genomen had, om Amelia naar Amsterdam te brengen, als uit die, van het op dien gevaarvollen avond voorgevallene voor elk geheim te houden.
Ik gevoelde terstond, wat bij Amelia die diepe droefheid ontstaan deed: welke kracht die aandoeningen moesten bezitten, die in staat waren een ziel, zoo sterk als de hare, met zulk een hevigheid te schokken. Ik gevoelde, dat ik toch iets moest zeggen, al ware het slechts om den schijn van hardvochtigheid te vermijden.
Ik zal hedenavond nog eens onderzoek doen, of uw vermoedens gegrond zijn." Op dit oogenblik kwam Amelia terug met een schotel pannekoeken, dien zij op de tafel nederzette. "Ziezoo!" zeide zij: "als de Heeren nu maar plaats willen nemen; het avondeten is opgedaan."
Ik hield mij echter niet op met die te beschouwen, daar ik Amelia niet langer wilde alleen laten, maar men verbeelde zich mijn verwondering en mijn misnoegen tevens, toen ik, de zijkamer binnentredende, iemand, in rijgewaad uitgedost, over Amelia aan de tafel zag zitten, met den hoed op het hoofd, het rijzweepje in de hand en de beenen uitgestrekt, en in dien persoon dengenen herkende, dien ik minst van allen hier verwacht of gewenscht zoude hebben, den Heer Lodewijk Blaek.
De schipper zal u kennen of niet, dit doet tot de zaak niets af: in het eerste geval zal hij niet noodig achten aan den Hoofdschout eenig rapport te geven, dat zijn zoon met of zonder dame van de reis terug is: in het tweede zal hij insgelijks geen vermoeden tegen Amelia koesteren; want hij zal u beiden voor broeder en zuster aanzien, en, daar gij niet aan de beschrijving beantwoordt, die van mijn persoon gegeven is, ook verder geen acht op u slaan.
Ik was, Amelia! sedert uw vertrek, hoogst ongerust, geen brief van u te ontvangen, vooral nadat ik reeds een paar reizen onder couvert van den Notaris Bouvelt geschreven had, dat ik mij in 's-Hage bij den Russischen Gezant ophield...." "Welke brieven," zeide ik, "waarschijnlijk nog ongeopend bij Bouvelt liggen, die gevaarlijk ziek is."
De aankomst van dezen onwelkomen gast bracht geen geringe ontsteltenis teweeg bij de personen, die zich in de kajuit bevonden Amelia werd doodsbleek, haar knieën knikten en zij hield zich aan den rug van haar stoel met beide handen vast om niet te vallen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek