Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 april 2025
Ambrosius en ik verschenen 's avonds, gewapend met goede rapieren en troffen de twee andere heeren op eenigen afstand van Violante's huis aan. Don Balthazar stelde mij zijn zwager voor en zei: "Dit is de edelman, wiens dapperheid ik tegenover u geroemd heb. Ga nu naar uwe minnares en geniet zonder zorg van uw geluk." Ik klopte en werd binnen gelaten.
Er moest voor nieuwe provisie worden gezorgd en Ambrosius en don Raphaël, na hun costuums uitgetrokken te hebben, zeiden, dat ze daar samen op wilden uitgaan; door het avontuur te Xelva hadden zij er smaak in gekregen en ze wilden zien of er in Ségorbe niet een slag was te slaan. "Ge moet ons maar onder de wilgen afwachten," zei de zoon van Lucinde, "wij zullen spoedig terug zijn."
"Mag ik Uw Hoogwaardigheid vragen," zeide Velasco, toen eindelijk het gesprek een andere wending genomen had, hoe zij het kuddeke gevonden heeft, dat aan haar zorgen is toevertrouwd?" "Daarover," zeide Ambrosius, "valt, helaas! weinig te roemen.
"Het is goed, dat ge mij dit zegt," viel Ambrosius hem in de rede, "en ik bemerk uit hetgeen ge zegt, dat hij een man van slechte zeden is, maar geef mij niet anders dan een juist antwoord op de vragen, die ik u zal doen. Het is voornamelijk op het stuk van den godsdienst, dat ik belast ben mijn onderzoek in te stellen. Zeg mij of er wel eens varkensvleesch bij u wordt gegeten?"
Hij was een jongen van dertig jaar, die er eenvoudig en vroom uitzag. Hij vertelde me, dat hij uit het koninkrijk Galicië was en dat hij Ambrosius de Lamela heette.
Ik behoefde niet lang te wachten om op de hoogte te worden gesteld; bij den ingang van het klooster deed een ander gezicht mijn twijfel in zekerheid overgaan; ik herkende in den broeder portier Ambrosius de Lamela, mijn ouden knecht. Men kan zich voorstellen, hoe groot mijn verwondering was. "Is het geen verbeelding? Is het werkelijk een van mijn vrienden, die ik zie?" vroeg ik.
Ons getal is klein, maar ijver en moed kunnen in dit gebrek voorzien, daar wij slechts met schurken en boeren te doen hebben." "Maar, edele ridders," riep vader Ambrosius tusschen het gedruisch en de verwarring, welke de toebereidselen ter verdediging veroorzaakten, "wil geen uwer op de boodschap antwoorden van den eerwaarden vader in God, Aymer, Prior van Jorvaulx?
Na deze woorden maakte hij verscheidene malen het teeken van het kruis, en na vele kniebuigingen en geprevelde gebeden, gaf hij de reliquie aan broeder Ambrosius, zijn dienstbaren monnik over, terwijl hij zelf met mindere plechtigheden, maar misschien met niet minder inwendig genoegen, den gouden ketting nam, en in een met welriekend leêr gevoerden zak deed, die onder zijn arm hing.
Doorzoekt hem, slaven; want zoo gij u weer een valschen priester laat opdringen, zal ik u de oogen laten uitsteken, en gloeiende kolen in de holten doen!" "Ik onderwerp mij aan uw toorn, gestrenge heer," zei Gilles, "als dit geen echte kaalkop is. Uw schildknaap Jocelijn kent hem wel, en wil er voor instaan, dat het broeder Ambrosius is, een monnik uit het gevolg van den Prior van Jorvaulx."
Wij reisden twee dagen en nachten door om niet door Ambrosius en zijne lieden te worden achterhaald en ontmoetten niemand. Reeds waren wij geruster en hoopten dat de derde dag eveneens zoo zou voorbijgaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek