United States or Cuba ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoevele huisgezinnen in uwe stad zouden dan een neger en negerin willen opnemen, hen onderrichten, geduld met hen hebben en hen tot christenen maken? Hoevele kooplieden zouden Adolf willen nemen, als ik hem als klerk bij hen wilde plaatsen, of hoevele handwerkslieden, als ik hem een ambacht wilde laten leeren?

De tweede, die zyn medepligtige was, wierd onder de galg gegeesseld. De derde, wiens naam NEPTUNUS was, was een vry persoon, en een timmerman van zyn ambacht; maar, ter gelegenheid van zekeren twist, den Opzigter der Plantagie Altona, aan de Para Kreek, gedood hebbende, wierd hy rechtvaardig veröordeeld om het leven te verliezen. De byzonderheden van zyne misdaad en straf zyn merkwaardig.

Neen, hij dacht noch aan zijn woning, noch aan de rijkdom, die hem ontroofd was: het welzijn en de rust zijner broederen was zijn eerste zorg. Wetende dat er tussen de vrijheid en de wanorde maar één nacht is, deed hij nog dezelfde dag uit ieder ambacht een Ouderling kiezen, en stelde dezelve met de toestemming des volks aan het Bestuur.

In passief opzicht moest hij weten te berusten in elk leed, dat de overmacht der menschen of de hand der natuur hem aandeed: daarin bestond zijn onafhankelijkheid van de omstandigheden. Het kennen van een ambacht beschouwde Rousseau als een onfeilbaar middel voor den mensch om zijn bestaan op onafhankelijken grondslag te stellen.

Tevens werd het stadsgebied, dat waarschijnlijk in 1340 reeds aan de Oostzijde vergroot was met een deel van het Ambacht Rubroek, thans aanzienlijk aan de Westzijde uitgebreid, daar de Ambachtsheer van Beukelsdijk en Cool, Willem van der Wateringhe, het Roodezand aan de stad afstond. Het groote werk om de stad te bemantelen werd met kracht aangevat.

Me dunkt, jij polsenvoeler van je ambacht, je zult er nog iets bijzonders aan merken; deze zelfde hand had op 't oogenblik dat jou wijfje zoo betooverend zong, ongezien een kleiner dito aan boord, en die handen hebben elkaar iets herhaald: "En straks mijn beste brave vrouw, Brengt Peter met een kus aan jou Zijn dank aan God d'Alzegenaar!"

Wel, in zijn booze bui zocht hij nog dienzelfden Zondag eenige jongens op, die ook zoo wat op een ambacht waren. Hij probeerde met hen mee te doen aan leelijke dingen; maar hij had te veel gelezen en van den ouden Balsem te veel goeds geleerd, om er pret in te hebben. Toen hij nu 's avonds naar bed ging, was hij op zijn manier ook eens boos, ja, boos op iedereen.

Ondanks den vrede hoonde hij nog de arme weduwe en dreigde hare hofstede in brand te steken. Sedert dan is hij uit het Ambacht verdwenen. Ik ontmoette hem hier en deed mijnen plicht." "En moest gij daarom bloed in mijne tegenwoordigheid vergieten? Eenen afschuwelijken moord plegen?" riep de vorst, die eerder door de koele woorden van den Kerel was verbitterd geworden dan gestild.

"Ja.... jij ben ook al net as ik...." zei hij even later, nadenkend....; "heb ik een tijd voor vijf gulden in de week motte ploeteren.... jessis, as 'k daar an denk.... nou krijg 'k er zeven.... nou ben ik vijfentwintig...." "Dat komt," zei hij weer, na een ogenblik van moeizamen gedachte-arbeid, "as je geen vast ambacht kent...."

Eindelijk toch, en hoezeer het hem, als spinner van ambacht, tegenstak, nam hij aan met eenige anderen eene slijkige gracht en eenen vijver uit te delven en te verdiepen.