United States or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


O! dat zijn hare woorden: "Wij worden van elkander gescheiden. Ook voor mij is de droom onzer liefde in rook verdwenen." Zoo dacht Alonzo een geruimen tijd. Nu eens verwenschte hij zijn kleinmoedige voorbarigheid, en verweet zich zelven die schoone lelie een brief te hebben geschreven, waarin hij zich van hare liefde had zoeken los te maken, en wel om redenen die nimmer geldig konden zijn.

O dierbare vriend, het is aardsche liefde, liefde voor mij, voor een zondig schepsel! Gij zoekt door God, tot mij te komen: gij hebt mij liever dan Christus. O Alonzo, ik kan het u vergeven, maar Hij, de Heer, hij zegt, dan zijt gij Zijns niet waardig." "Gij miskent mij, dierbaar meisje!" riep Alonzo, haar aan zijn hart drukkende: "Zie, ik durf vrijmoedig mijne oogen naar den hemel richten.

Nadat dit geschied en de zware poort weder gesloten was, geleidde de portier den van koude rillenden Alonzo over een ruime plaats en daarna eenige trappen op; ontsloot weder eene deur, en, na met hem een klein portaal te zijn binnengetreden, verzocht hij hem daar eenige oogenblikken te wachten.

Vaarwel! morgen hoop ik u weer te zien." Na deze woorden wierp Alonzo zich in den zadel, en links het bosch in galoppeerende bereikte hij weldra de stad. Het was den volgenden morgen, weinige minuten nadat wij den graaf Van Bergen naar den Blankert zagen vertrekken, dat een oud man, ademloos de binnenplaats van het kasteel den Oldenburgh betrad.

Doch, wat er met haar was voorgevallen nadat de stem van Van Rodenberg haar als een donderslag in de ooren was gedrongen.... dit kon zij zich niet te binnenbrengen, en nogmaals de waardin vragend aanziende, zeide zij: "En Alonzo?" "Wel, die heeft u hier gebracht, mijn torteltje!" was het antwoord: "Hij heeft u alleen gelaten om u eenige rust te doen genieten. Het is een mooi knap heer."

Was het te verwonderen dat ieder haar beschouwde? dat alle jongelingen zich deze bloem tot gade wenschten, en de jonge Alonzo Spinola, oudste zoon des markgraven, zijn eigen dame schier vergetende, met gloeiende wangen dien hemelschen kelk, op kouden bodem gekweekt, geen oogenblik uit het oog verloor?

De plaats waar zij kwamen was akelig doodsch; een groote blauwe zerk lag op de aarde; de steen ging langzaam open, en een levend geraamte rees uit de groeve omhoog. "Edele heer! edele heer!" riep het kind angstig smeekend: "edele heer!" riep het nogmaals luider, Alonzo bij den arm trekkende. Alonzo wreef zich de oogen en ontwaakte.

Ik weet het, gij zijt de man die mij mijne kinderen hebt teruggegeven, doch juist daarom zult gij mij die lievelingen laten behouden; eisch alles wat gij wilt, maar laat mij mijne dochter! Uw vaderland is het hare niet; en uwe kerk zij is de hare evenmin." Alonzo was op dit antwoord geenszins voorbereid. De woorden van den graaf waren hem als kokend lood op het hart gevallen.

"Maar om 's hemels wil, dierbare jonkvrouw!" zeide Alonzo, toen het middagmaal was ten einde geloopen, en hij, opgestaan, onbespied eenige woorden met Adelgonde kon wisselen: "wie toch heeft mij veroordeeld in uwe nabijheid te zijn, zonder u te mogen toespreken, zonder u te mogen zeggen wat ik mij zelven zoo dikwerf herhaal, dat ik u bemin? O verklaar mij dat raadsel, wat heb ik misdreven?

Zijn vader zou hem tevergeefs onder de levenden zoeken; hij zou niet op het veld van eer zijn gestorven, en nimmer zou hij de zachte woorden: "Alonzo, ik bemin u!" meer hooren. Hij staarde in de duisternis, maar nergens ontwaarde hij eenig licht.