Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


"Dat Don Quichot toch maar in mijne plaats was! Hij zou wat mij een ongeluk toelijkt, voor het allergelukkigst avontuur houden, en zeker al deze afgronden en onderaardsche gangen voor bloemtuinen en schitterende paleizen aanzien, waaruit hij op eene of andere heerlijke, bloeiende lustgaarde moest geraken.

En hij sloot er zich in, hij leefde er in, hij was er volkomen in tevreden, terwijl hij de groote vraagstukken onaangeroerd liet, die lokken en benauwen, de onpeilbare diepten der bespiegeling, de afgronden der bovennatuurkunde, al die ondoorgrondelijkheden, welke den apostel tot God, den atheïst tot het niet voeren: het noodlot, het goede en het kwade, de oorlog van het eene tegen het andere schepsel, het geweten van den mensch, het denkend somnambulisme van het dier, de herschepping door den dood, de wederopstanding van al de wezens, die het graf bevat, de onbegrijpelijke inenting der elkander vervangende liefdeneigingen op het steeds voortbestaande ik, de geest en het stof, het niet en het zijn, de ziel, de natuur, de vrijheid, en de noodzakelijkheid, alle diepe problemen, schrikbarende duisternissen, voor welke de reusachtige aartsengelen van het menschelijk geslacht zich buigen; vreeselijke afgronden, welke Lucretius, Manou, Paulus en Dante met dien vlammenschietenden blik aanstaren, die, door strak in het oneindige te turen, er sterren schijnt te ontdekken.

Wie kent toch de wederzijdsche eb en vloed van het oneindig kleine, den weerklank der oorzaken in de afgronden van het bestaan, en de lawinen der eeuwigheid. Een mijtje is van gewicht; het kleine is groot, het groote is klein; alles staat in noodzakelijk evenwicht; welk een vreeselijk visioen voor den geest!

Bovendien had dat beroemde kleedingstuk een zeer bijzonderen vorm, den meest bizarren, dien men zich denken kan: de zeer lange panden zaten n.l. aan een zeer korte taille en hadden twee zakken, ware afgronden, waarin Colline gewoon was een paar dozijn boeken, die hij altijd en eeuwig bij zich had, te bergen, wat zijn vrienden deed zeggen, dat de schrijvers en geleerden in den tijd, dat de bibliotheken gesloten waren, inlichtingen konden gaan inwinnen in de panden van Colline's rok, een bibliotheek, die steeds geopend was.

Rails en dwarsliggers hangen scheef of overdekken nog leêge ruimten en afgronden, stations in puin en afgebroken bruggen, zoo ziet het er uit. Men is heel spoedig aan het werk der herstelling begonnen, en al is men den stroom niet gansch en al meester geworden, men heeft in zekere mate zich toch weten te beveiligen tegen zijn kuren. Het rijden door de Kloof gaat langzaam.

Mijn weg voerde mij langs duizelingwekkende afgronden, over gletschers, nu in de hoogte, dan in de diepte, totdat ik het wonderschoone meer Tao bereikte, aan den voet van een drietal rotsen gelegen, die hare met eeuwigen sneeuw bedekte kruinen hemelhoog in de lucht verheffen. Daar sloeg ik in volslagen eenzaamheid mijne tent op, om er met God te verkeeren en mijn laatste uur te verbeiden.

De mannetjes konden wij niet inhalen, toen wij ze vervolgden; zij konden gemakkelijk ontsnappen, daar zij door afgronden heen klommen en zich met rotsklompen verdedigden. Wij maakten ons meester van drie wijfjes, maar konden ze niet medenemen, omdat zij beten en krabden. Wij moesten ze daarom dooden, trokken haar echter het vel af, en zonden het naar Carthago."

Hoewel de man ziek ligt, geloof ik toch, dat zijn toestand niet zoo is, als gij meent. Dapper moedig stout onbevreesd onverschrokken onversaagd. Geen gevaar ontziende. ~Moedig~ geeft te kennen, dat men overtuigd is van eigen kracht, om het gevaar te overwinnen. Een ~moedig~ gemzenjager klimt langs afgronden, om zijn doel te bereiken.

Het water der rivier, verdeeld over een menigte dunne adertjes, schittert in de zon, en naast het stroompje liggen de beide glinsterende stalen lijnen van den spoorweg. Door woeste bergkloven en langs duistere afgronden komen wij in het woud, dat halverwege op den berg is gelegen en waar de weg doorheen leidt.

Een ieder kent het spreekwoord: Gutta cavat lapidem, non vi, sed saepe cadendo, de waterdruppel holt den steen uit, niet met geweld, maar door dikwijls te vallen. Het regenwater verandert den bodem, graaft afgronden, veroorzaakt ophoopingen van grond en aardschuivingen, en dat alles door zijne weekmakende en oplossende werking.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek