Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Zonderling! op dat gelaat, 't welk ons straks de diepste verslagenheid teekende, lezen wij in dit oogenblik, behalve een uitdrukking, welke wij met den naam van medelijdend afgrijzen zouden bestempelen, eene fierheid, die het gevolg van een schitterende verwachting moet wezen. Ja, voorzeker, zij is zich immers altijd bewust geweest voor iets groots, iets edels geboren te zijn.
Deze overblijfsels zijn echter meêr dan genoegzaam om een volkomen denkbeeld van de zaak te geven, en die het origineel van den stervende Gladiator, uit het Museum van Parijs, in zijn gedachten hier verplaatst, en rondom op de banken een menigte Romeinsche burgers en burgeressen, kan zich verbeelden van bij die woeste en wreede spelen tegenwoordig te zijn, en wordt daar bij een gevoel van afgrijzen en medelijden gewaar.
Hierop keek hij haastig den brief door, en met eene uitdrukking van verbazing en afgrijzen, las hij dien nog eenmaal langzamer over; vervolgens het papier aan Koenraad met de eene hand toehoudende en er met de andere licht op slaande, riep hij uit: "Dat is eene schoone zaak voor een Christen, om aan een ander Christen over te schrijven, en beiden zijn leden, en geen onaanzienlijke leden, van heilige broederschappen!
Den volgenden morgen, toen men zich gereed maakte de gesneuvelden te begraven, kwam de schennis aan de lijken gepleegd aan het licht: en uit de beide amerikaansche legers ging een kreet van afgrijzen en protest op tegen het gebruik van deze barbaren.
Laten we het verder verloop van het onderhoud overslaan, hoe uitstekend, hoe vol van dramatische spanning dit ook moge zijn. Het mooiste laat ik onaangehaald, dat moet voor u bewaard blijven in het boek. Zoo verhaal ik u ook niet, waarom Geertje niet met haar grootvader meegaat, die immers gekomen is, om haar te halen, en waarom zij, zich in afgrijzen van hem afwendend, bij Maandag achterblijft.
De bleekheid, die op Adolfs gelaat gekomen was, en de ontsteltenis, die hem zo zichtbaar had bevangen, hadden haar gezegd: gij zijt lelijk, uw uitgeteerde wangen verschrikken, uw verdoofde ogen boezemen vrees en afgrijzen in, de man zelf, die gij bemint, heeft voor uw dodenblik gesidderd! Ditmaal weende de ongelukkige Jonkvrouw niet.
Nochtans, bij de minste beweging van het kranke kind, hief zij bevend het hoofd op, bezag snikkend en met afgrijzen zijne verdorde wangen, duwde het deksel wat nader bij zijne koude ledematen, en viel dan weder wanhopig en weenend ineen op den steen. De dienste stilte heerschte in dit rampverblijf; alleen de hagelsneeuw kletterde tegen de vensterglazen, de wind loeide in den schoorsteen.
Nauw had hij ze aangeraakt, of aan iederen harer fijne vingertoppen vertoonde zich een bloeddruppel, en met afgrijzen keerde de schoone maagd hem nu den rug toe. Cambyzes smeekte de verschijning hem vergiffenis te willen schenken, en tot hem terug te keeren; doch zij liet zich niet verbidden. Nu ontbrandde zijn toorn, hij dreigde haar met zijne ongenade, ja met de vreeselijkste straffen.
Van een anderen kant schoot hem ijlings een vluchtige gedachte door 't hoofd van eenig verband, dat tusschen dit meisje en dezen maire bestaan kon, en hij zag nu met afgrijzen zeker iets natuurlijks in deze ontzettende beleediging.
De vrouwen moeten, ondanks den zielestrijd en de lange donkere jaren van bitter leed, van schande en van afgrijzen, niet vergeten dat zij het ten minste zoo ver gebracht hebben en, dank zij de gezegende macht der heriditeit, niet zoo ten achter zijn gekomen, dat een paar geslachten van vrijheid hen niet weder op gelijken voet met hun tijd zal brengen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek