Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juli 2025


Deze opmerkingen kwamen mij voor den geest, terwijl die vreemde man eenige oogenblikken als in zich zelven gekeerd zweeg. Ik beschouwde hem, waarschijnlijk evenals Oedipus den Sfinx, met belangstelling en afgrijzen tevens.

Langzaam glijdt de Boot van Ra door de Duat, naar streken van diepe duisternis, van schrik en afgrijzen, waar de afschuwelijke Apep ligt te wachten op de komst van Ra en waar de Vuurpoelen worden klaargemaakt voor de boozen. Zoo gaat het derde uur van den nacht voorbij en het vierde uur is nabij.

Mijn afgrijzen van zijn misdaden werd op den achtergrond gedrongen door mijn bewondering voor zijn schranderheid. Maar ten laatste beging hij een misslag, slechts een kleinen, kleinen misslag maar daardoor gaf hij zich al te veel bloot, toen ik hem reeds zoozeer in het nauw had gebracht.

Ja, zij waren roovers; geen armoedige, barre, weêrzin en afgrijzen wekkende wilde-mannen des wouds, als mij hadden gestolen uit de houthakkershut, maar wel twintig, dertig groote, sterke, gewapende roovers in korte mantels gehuld en met groote hoeden op.... Zij slopen wel tusschen het lagere hout vermoedelijk om niet langs den heirweg te gaan maar zij praatten toch en lachten zelfs onder elkaâr, als of zij hier thuis en bekend waren.

Het lot van dezen ongelukkigen man zou het mijne kunnen worden. Zooals het nu is, gaat mijn leven dien kant uit. Genadige Hemel, wat is dit!" Hij deinsde met afgrijzen terug, want het tafereel was veranderd, en nu raakte hij bijna een bed aan: een kaal bed, zonder gordijnen, waarop, onder een vodderig laken iets lag, dat hoewel het stom was, zich toch aankondigde in ontzagwekkende taal.

Maar hij is uiterst zenuwachtig, en daardoor doet hij wel eens dingen van zóó bloederigen en afschuwelijken aard, dat wij, die toch niet voor een klein geruchtje vervaard zijn, vol afgrijzen het gelaat afwenden. Voor 't eerst uitte zich zijn fatale aanleg bij een onlangs gehouden velddienstoefening. Een vijandelijke afdeeling kwam zich overgeven aan de wacht, die hij commandeeren moest.

Kees was ondertusschen genaderd. Hem ergerde deze gruwelijke moordpartij en hij kon zijn afgrijzen niet bedwingen. »Vindt u 't niet goed, heer?" vroeg een der Dajaks, die zag, hoe ontdaan Kees was. »Neen, zoo'n moord op slapende menschen kan ik niet goedkeuren. Aan een eerlijk gevecht doe ik zelf graag mee; maar dit vind ik afschuwelijk."

Dit zijn degenen, die de tarwe en de gerst laten groeien en de vruchten van de aarde menigvuldig doen zijn. Langzaam glijdt de Boot van Ra voort door de Duat, door streken van diepe duisternis, schrik en afgrijzen, waar de dooden hun woonplaats hebben en Apep op de komst van Ra ligt te wachten. Zoo gaat het tweede uur van den nacht voorbij en het derde uur is nabij.

Dat al de smaad, al de schande, welke een mensch dragen kan, op mij valle; ik zal opstaan tegen den haat en de verfoeiïng! Nu vrees ik niets meer; bereid om den slag met onverschilligheid te geven, zal ik mijne hand in het bloed mijner broederen doopen, zonder dat een gevoel van afgrijzen in mij opkome. Het is gezegd, zij hebben het gewild!

Het Roofdier, dat hen van stap tot stap zorgvuldig nasluipt, het vreeselijke schepsel, dat hen in den nek pakt, vóór zij nog iets van zijn komst gemerkt hebben, boezemt hun afgrijzen en ontzetting in; zij verlaten daarom liever een op deze wijze tegen hen beveiligd huis; doen zij het niet, dan weet de Kat het op een andere wijze wel met hen klaar te spelen.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek