Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Zij blijven in de wereld leven, maar zijn streng gehouden aan het godsdienstig celibaat. Er zijn van die broeders tien in geheel Europa. De leden van de tweede categorie, of leden van eer en devotie, zijn veel talrijker, hun aantal bedraagt meer dan duizend. Zij leggen geen enkele gelofte af en behouden den adellijken titel hunner geboorte.
De koning luisterde met gemengde gewaarwordingen, zoo van vreugde als van spijt, naar het verhaal van den rijkdom, de schoonheid en de talrijke bevolking van de wonderwereld, die Columbus door zijn ontdekking het Spaansche rijk schonk. Er werd bepaald, dat Columbus den nacht de gast zou zijn van een der hoogste adellijken aan het hof. Den volgenden dag verlangde de koning een tweede onderhoud.
Voor het overige, mevrouw de barones, gaat het tegenwoordig zoo gemakkelijk niet meer, als gij denkt; de wereld is in den laatsten tijd onaangenaam praktisch geworden; vaders, die zulk een jongen adellijken windbuil met open armen ontvangen en er eene eer in stellen, zijne kolossale schulden te betalen, worden steeds zeldzamer het geld is schaarsch, zeer schaarsch, mevrouw de barones!
De Thakore Bagvat Sjingji, een schitterend leerling van Rajkumar College, heeft te Edinburg zijn medische studiën voltooid en schreef een werk over de geneeskunde in Indië en een reisverhaal van zijn bezoek aan Europa. Zijn hoofdstad aan den oever van de rivier Gonduli heeft mooie gebouwen, moderne huizen, een hospitaal en een school voor adellijken.
"Alles behalve: het is een Friesche Jonkvrouw van adellijken huize, de bruid van Seerp Van Adeelen, Madzy Dekama." "Gij raaskalt. Hoe zou een Friesche Jonkvrouw van adellijken huize hier in 't gras komen te liggen?" "Ik weet het niet. Zooveel is zeker, dat ik haar terstond herkend heb, en dat...." Hier werd zijn rede gestoord door een herhaald hoorngeschal aan de buitenpoort.
Een vervallen grootheid van adellijken huize, gesteund en onderhouden door burgerlijke hulp, en alleen nog trotsch op den stamboom, in 't grijs verleden wortelend, op de familiebetrekkingen, die hem niet meer erkennen en vergeten ... dat is de IJsel in onzen tijd.
De koetsier slaagde er in, na een lange worsteling, een "grooten hans en adellijken heer" voorbij te rijden; maar de heer Kegge wreef zich de handen niet met dat genoegen, waarmee ik mij overtuigd hield dat hij het gisteren zou gedaan hebben. Zijn geest was gedrukt.
En toch, de leenheeren rekenden het den lijfeigenen als een groote en ongepaste aanmatiging aan, dat zij hun ondergeschiktheid moede waren en vrijheid eischten. De adellijken meenden werkelijk wezens van hoogere orde te zijn dan de eenvoudige burgers en daarom aanspraak te hebben op privilegiën.
Verder moest hij zich onderscheiden door ootmoed voor God, menschlievendheid, dapperheid in den strijd en hoffelijkheid jegens de vrouwen. Voorwaar! eene grootsche en moeielijke taak. In rang stonden de ridders boven alle adellijken, die den ridderslag niet hadden ontvangen; bij aanzienlijke feesten zaten ze aan afzonderlijke tafels; bovendien hadden ze het recht om anderen tot ridder te slaan.
Wessels heette den baron welkom; vernam met een trillende stem naar zijne gezondheid, en na het: "Heel wél," van den adellijken bezoeker, gaf deze den oude door een gebaar te kennen, dat hij plaats zou nemen, waaraan Wessels voldeed en met de woorden: "De jonker heeft iets te zeggen," stak hij zijne handen in de broekzakken, wierp het hoofd achterover, en zag naar den berookten zolder. Pauze.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek