Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juli 2025


De deksteenen der Pyramide, waarvan er een opgemeten werd door Dixon, zijn 25.025 Eng. duim lang; of 25 van de gemelde duimen. De lengte van den steen is dus 10 millioen maal in de aardas begrepen, en nu wordt door Smyth en Adams deze maat als eenheid aangenomen. Deze maat of liever verhouding staat op zichzelf. Doch wat bleek verder?

Zelfs als de blanken dronken waren, en dat waren ze dikwijls, sloegen ze nooit wanneer er niet tegen den een of anderen regel gezondigd was. Maoeki hield niet van de plantage. Hij haatte werken, en hij was de zoon van een opperhoofd. Verder was het tien jaar geleden dat hij uit Port Adams gestolen was door Fanfoa, en hij had heimwee. Hij had zelfs heimwee naar de slavernij onder Fanfoa.

Dus liep hij weg. Hij week terug in het oerwoud, met het idee om in zuidelijke richting zijn weg te zoeken naar het strand en een kano te stelen om daarin naar Port Adams te gaan. Maar de koorts kreeg hem te pakken, en hij werd gevangen genomen en meer dood dan levend teruggebracht. Hij liep een tweeden keer weg, in gezelschap van twee zwartjes van Malaita.

Die verborgen eigenschappen waren durf, volharding, onbevreesdheid, fantazie, en handigheid; en als zij uitdrukking vonden in de een of andere opvallende daad, met verrassende vastberadenheid verricht, stonden de menschen om hem heen verbaasd. Maoeki's vader was dorpshoofd van Port Adams, en zoo kwam het dat Maoeki, geboren kustbewoner, half amphibie en half mensch was.

De eerste tocht, dien de Hollanders en Engelschen gezamenlijk naar de Philippijnen hadden ondernomen, was, zooals wij medegedeeld hebben, niet met een zeer gunstigen uitslag bekroond. Toch zouden de beide naties zich nog eens voor een dergelijke onderneming vereenigen. Voor dat Coen iets van den afloop wist, of kon weten, gaf hij hieromtrent reeds een bevel aan Willem Jansz. Terwijl deze zich den 3en Jan. 1621 pas op zijn eersten tocht bevond, schreef Coen hem tusschen 14 en 23 Febr. uit Ambon, "dat hij toecomende jaer met de Engelschen soo haer daertoe bewegen can, wederom een tocht na de Manilha's doe(n) ende bij aldien de Engelschen de tocht weygeren en herwaerts keeren, dat ZE. dan alleene macht genoeg hebbende, den tocht doe(n) en soo onse macht alleene niet suffisant is, dat dan met onse vlote na Chincheu loope omme aldaer den Chineeschen handel op Manilha te beletten ende die te procureren, tzij in Batavia of elders, en geordonneert, dat op de custe van China alle Chineesche jonken aentassen sullen, uitgesondert alleene die, welcke met onzen pas na Batavia souden mogen voeren. . . . . . Met alsulcken recht, als zij ons uit China houden, sullen haer daerin doen blijven, tot dat anders resolveren" . Blijkbaar was de invloed van Coen in den raad van defensie zeer groot, want, ofschoon het eerst zeer twijfelachtig was of de Engelschen er voor te vinden zouden zijn, wist hij den 30en Juni dezen raad een besluit te doen nemen, waarover hij Willem Jansz reeds in Februari zijn bevelen had gegeven. Volgens deze resolutie moest de vloot van defensie, wanneer zij van haar eersten tocht naar Manila in Japan was teruggekeerd, zich aldaar van al het noodige voorzien en dan wederom naar Manila vertrekken. Op dezen tweeden tocht zou het admiraalschap bekleed worden door Willem Jansz, terwijl Robert Adams vice-admiraal zou zijn. Het Engelsche schip de Peppercorn en het Nederlandsche De Muiden werden uit Batavia als versterking naar Japan gezonden. Uit Ambon zond Houtman De Maan en De Hond, die zich echter, zooals wij gezien hebben, niet hebben kunnen vereenigen met de vloot, maar te Firando binnen liepen en gesloopt werden. Den 28en Oct. 1621 vertrokken de beide jachten Muiden en Peppercorn van Firando naar de kust van Chinchu om aldaar op de jonken te kruisen, die met het begin van den moesson naar Manila zouden varen. Hier werden zij door het ruwe weer verhinderd eenig voordeel te behalen, tengevolge waarvan de scheepsraad besloot om naar de Philippijnen over te steken en zich eerder, dan hun opgedragen was, bij de vloot onder Jansz te voegen. Den 3en Dec. vertrok Jansz zelf met de overige schepen, bestaande uit vier Hollandsche: De Bantam, De Trouw, Haerlem en De Hope, en vier Engelsche: de Engelsche Maen, de Paltsgraef, de Elisabeth en de Bull. Deze vloot voer rechtstreeks naar Manila en zoodra zij op de kust van Luçon verscheen, werd er bij Pangasinan een zeer rijke Chineesche jonk genomen, die het vorig jaar uit vrees voor genoemde vloot in China was achtergebleven. Na nog twee jonken vermeesterd te hebben, sloot men de baai van Manila in, waar de Spaansche vloot, bestaande uit zeven groote schepen, zich wederom te Cavite in veiligheid had gebracht. Toen eenige jonken, alvorens naar Manila te loopen, de kust van Luçon ten noorden van Manila aandeden, werden ze hier door de Spanjaarden gewaarschuwd, waarna zij bezuiden de baai landden, hun goederen losten en vandaar met "chimpans" naar Manila voerden. De onzen, dit vernemende, stuurden eenige schepen om de zuid, die respectievelijk op twee plaatsen vier groote met brandhout geladen jonken vonden en drie, die eenzelfde lading reeds hadden gelost. Deze met nog vele kleinere werden verbrand. In het laatst van Mei 1622 werden De Trouw, De Hope, de Paltzgraef en de Bull, onder bevel van Le Febvre naar Macao gezonden, waar zij een Portugeesch schip, met zijde geladen en voor de Philippijnen bestemd, veroverden. Drie dezer schepen vertrokken daarna naar Firando, het vierde, De Hope, bleef in Macao achter. De overige zes schepen gingen begin Juni van de baai van Manila onder zeil en wierpen in Juli, na nog twee jonken genomen te hebben, wederom voor Firando het anker uit. Dezen keer had de tocht meer voordeel opgeleverd. De Nederlandsche en de Engelsche compagnie verkregen elk als aandeel in den buit f

Na dat ontbijt van gebakken eieren, begaven zij zich schreeuwend en jubelend naar de zandbank, speelden "krijgertje," ontdeden zich onderweg van hunne kleederen en liepen in Adams kostuum voort, totdat zij midden in het ondiepe water stonden. Daarna spongen zij tegen den steilen oever op, van welken zij gedurig tot groote vermeerdering der pret afsukkelden.

Toen werd hij aangesteld tot huisjongen, en had goed te eten en een gemakkelijk leven. Zijn werk was het huis schoon houden en de blanken te bedienen van bier en whisky op alle uren van den dag en de meeste uren van den nacht. Hij deed het graag, maar hij was liever in Port Adams. Hij moest nog twee jaar dienen, maar twee jaar in de kwellingen van het heimwee was te veel voor hem.

DE ENGEL. Niet als du, geest der duisternisse, zal ik roemen op eene onzekere zegepraal. Vaar voort met dijne logenen; de zonde Adams heeft den mensch aan dijne verleiding onderworpen. Doch, vergeet niet, booze, dat de beproefden in 's Heeren glorie hooger staan dan de onbevochtenen.

In beide genoemde werken handelt Adams eveneens over andere aanzichten van het vraagstuk der Pyramide, doch deze aanzichten zijn meerendeels verkorte overzichten van de sterrengodsdiensttheorie, terwijl zijn opvattingen van enkele verzinnebeeldingen van natuurfeiten in het bouwwerk zeer oppervlakkig en geenszins te bewijzen zijn.

Onder het gewicht van Marshall gaf een der bruggen mee, en onze vriend verdween; het tuig, waarin hij bleef hangen, redde hem van een val in een meer dan 300 meter diepen afgrond. Enkele oogenblikken later viel Adams, en daarna was het mijn beurt. Verderop werd de toestand nog hachelijker.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek