United States or Papua New Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


En ook al is nu die vloek, die op het aardrijk rust, door genade getemperd, en al zijn wij er door de heugenis van het voorgeslacht en door ons eigen leven aan gewend geraakt, toch is die vloek er en drukt. Hoe nader men bij God leeft, hoe sterker men dan ook dien druk, die op het aardsche leven rust, gevoelt.

"God! wat zijt Gij groot en wat is Uwe schepping schoon!" riep de graaf in verrukking uit, terwijl hij aan den oostelijken gezichteinder de zon uit de kimmen zag verrijzen. "Ja, groot en goedertieren waart Gij, o God! toen op uw machtig woord: "Daar zij licht!" de prachtige hemelbol voor het eerst haar glans over dit aardrijk verspreidde.

De donder is mijn stem, de bliksem mijn gezicht. Zijn Godd'lijk woord beweegt de blaauwe firmamenten. Het aardrijk schudt en beeft van mijne dreigementen: Wat is 't dat, gij verzoekt? Ziet, wien gij rebelleert!

Past fluks het groot gewelf van Memfis' hof te ruimen, Eer 's konings gramschap als een zee begint te schuimen; Hij heeft zijn planten zwaar op 't aardrijk neêr gezet, Verstapt hij, elke tred een koninkrijk verplet: Zoo gij den bliksem zoekt, Jupijn is hier te vinden: Dus wacht u wel den leeuw zijn keten te ontbinden.

"En als de groote Aartsengelen, Michaël, en Rafaël, en Gabriël, en Uriël, dit hoorden, zagen zy neêr uit de heiligheid der hemelen, en veel bloed langs het aardrijk ziende vergieten traden zy tot God en spraken: " Het overspelig en bastaardgeslacht der Reuzen overstroomt de aarde, en zy is vervuld met ongerechtigheid.

Rocinante werd erg schuw door het gebons, het geklapper en de slagen, die het aardrijk voortdurend deden schudden. Don Quichot bedwong nochtans zijn steigerend ros en reed voort, recht op de oorzaak van het schrikbarend geraas aan.

Gy zaagt naar Edens Hof en d' onverbidbren wachter Die 't vlammende rapier aan d' ingang opheft, om, Terwijl uw glansloos oog in zuivre tranen zwom. Gy vielt op 't aardrijk, op uw voorhoofd neêr en weende. Volhard, ô Adams zoon, Uw beden zijn uit God; zy klimmen voor Zijn throon! Ga, lijdende! in berouw is balsem; mooglijk, heeling; En de eeuwigheid verklaart der schepslen lotbedeeling.

In de lange en enge dalen dezer groote klippen en gletschers, waarin het bebouwbare aardrijk slechts schaars vertegenwoordigd is, was geene ruimte voor groot grondbezit, voor adellijke landheeren met een uitgestrekt gebied, zooals in in Zweden. In de natuur van dit Noordsche Alpenland, heeft het democratische principe diepe wortels geschoten.

Neen, gy wierdt mijne echtgenoot, Mijn weêrhelft: mijn geluk, en eenig, tot de dood. Maar 't hoogst belang...! Ontzie het ijslijkst lot te tergen! Laat Segol van uw hart dit blijk van liefde vergen! Geen klacht, geene achterdocht, en u en my te laag, Wanneer ik voor uw heil, voor 't aardrijk, alles waag!

Maar 't gaat hiermede als wanneer de zon het eerst haar schoon en gulden gelaat aan 't aardrijk vertoont of na een strengen winter de lente opnieuw den zoelen adem der westenwinden brengt: dan verandert aanstonds het voorkomen van alles, dan krijgt alles een nieuwe kleur en een geheel nieuwe jeugd en zoo veranderde ook dadelijk op mijn aanblik uw voorkomen.