Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 mei 2025


Ja 't scheen, of Adams val door heuvels en valleien Het Eden, hem bestemd, op 't aardrijk uit moest breien. "Doch, Adam was geweest; zijn weêrhelft daalde in 't graf, En brak den band der aard met Edens burgren af. Ons, meer verheven tak der zwakker menschlijke orden, Was 't broederlijk geslacht allengskens vreemd geworden.

"Een deel van Edens teelt, gewoon zich te onderscheien Als 't Godlijk menschenkroost, zag Kaïns dochters reien, En 't sloot zijn boezem niet voor hare aantreklijkheên: Het Eden, 't Englendom, de Hemel, God, verdween! Elpine was nog niet; en echter, zy bezweken. Zij vielen op die prooi, als in dees lager streken De havik op de duif.

Gy zaagt naar Edens Hof en d' onverbidbren wachter Die 't vlammende rapier aan d' ingang opheft, om, Terwijl uw glansloos oog in zuivre tranen zwom. Gy vielt op 't aardrijk, op uw voorhoofd neêr en weende. Volhard, ô Adams zoon, Uw beden zijn uit God; zy klimmen voor Zijn throon! Ga, lijdende! in berouw is balsem; mooglijk, heeling; En de eeuwigheid verklaart der schepslen lotbedeeling.

Ik zal u wreken: Ja, schoon mijn woedende arm den afgrond op zou breken, Haar, wapens vordren, meer verdelgend dan het zwaard Des Engels, dat om hoog ond Edens poort bewaart! Rijs, vader Hanoch: rijs ter grafsteê uit! Omwemel Uw afkomst met uw schim! Omnevel' zy den hemel! Neem uw bescherming weêr, maar, schaf my 't zoet dier wraak, Dat de allerlaatste Reus van mij den doodslag smaak!"

Ja, de eerste stervling gaf ons 't aanzijn uit zijn bloed: Maar my, in Edens hof, van fijner geest doorvoed Dier Heemlen, welker lucht dien blijden Hof doorwemelt; En hun, wier spruit gy zijt, reeds balling en onthemeld.

Geen heuvels, dan alleen waar zachte beekjens gleden, Die, wellende uit den grond zijn bovenkorst doorsneden, En in de vlakte zich verloren, of hun nat Den stroomen huwden, eerst in Edens Hof ontspat.

Gy weet: dat eerste paar, der Englen zorg en vreugd, Leefde opgehoopt met heil, in onvergangbre jeugd, Onvatbaar voor 't besef der eensbezuurbre kommer: En sleet zijn eeuwigheid in Edens zuivre lommer, In volle zaligheid en onbeperkt genot. De hooger Geesten zelfs benijdden 't heerlijk lot.

Woord Van De Dag

ach-stv

Anderen Op Zoek