United States or Kenya ? Vote for the TOP Country of the Week !


De notitie die zij van hem nam, de animo waarmee ze aldoor zich met hem bemoeide, maakte haar voor hem tot een klein toevluchtsoord in de wijd-uit witkoppende zee van zijn woedende verveling. Maar hij kon toch niet aldoor bij haar blijven zitten, hij moest nu ook 's opstaan en 's iemand anders aanspreken.

Plinius verhaalt ons dat bij Augustus de oogbol zeer groot en zeer licht was, hetgeen aan zijn groenachtige pupil eene zoo vreemde uitdrukking gaf, dat men niet kon nalaten, bij het aanspreken, hem strak in het gelaat te zien, hetgeen den keizer onaangenaam aandeed. Deze bijzonderheid is in het marmer zoo getrouw mogelijk weergegeven.

Den volgenden morgen kwam kapitein Wilson het scheepsvolk monsteren en Jack wilde den kapitein juist gaan aanspreken, toen deze tot hem zei: "Meneer Rustig, de goeverneur heeft me verzocht u mee aan wal te brengen om bij hem te dineeren, voor logies is ook gezorgd." Jack sloeg aan en snelde naar beneden om de noodige toebereidselen te maken.

Iets gemoedelijks ligt er in het "kinder" of "lieve kinder", waarmede MAERLANT in zijn Merlijn en de bewerkers van het Roelands-lied en van het gedicht Van den Levene ons Heren soms hun publiek aanspreken .

Voorbij, dat oogenblik, en nooit, nóoit zoû het weêr terug komen: het leven overstroomde het met zijn verder-vloeien als met een water, dat alles uitwischte. O, de melancholie dat te bedenken; te bedenken hoe gauw, als een geur, die niet te grijpen is, alles vervliegt, dat lief is ... Mevrouw Hoze verliet haar; Suzette van Attema kwam Cecile aanspreken.

Haar blik dreef weg door de kamer, in het vage ... Hare vingers streken de franje van haar fauteuil glad, ordenend. Cecile legde haar arm zachtjes om Jules' hals. Aan de speeltafel was Quaerts uitgevallen en ofschoon Dolf vroeg of hij niet wilde doorspelen, stond hij op. Ik zoû gaarne mevrouw Van Even willen aanspreken, hoorde Cecile hem zeggen.

Toen het droge brood verorberd was, begonnen de kinderen hunne schriften weg te bergen. Nu was het dan zeker heel gauw tijd voor het avondeten, dacht Hedwig. Daar zag zij Miss Rench waarlijk al weer met half toegeknepen oogen naar haar kijken. Wat beteekende dat toch? Zij zou haar maar eens gaan aanspreken, de lessen waren nu toch afgeloopen.

Ik wil ze niet aanspreken, en het is hier leelijk: zoo denk ik er overEn weg gingen zij. Op een prachtigen, helderen herfstdag, men zou haast gezegd hebben, dat het nog midden in den zomer was, huppelden op het droge en schoongeveegde voorplein van het ridderkasteel de duiven, zoowel zwarte als witte en bonte; zij schitterden in den zonneschijn.

Boulatruelle had den man laten voorbijgaan, maar durfde hem niet aanspreken, omdat hij bij zich zelven zeide, dat de andere driemaal sterker was dan hij, en met een schop gewapend, zoodat hij hem waarschijnlijk zou doodslaan, wanneer hij hem herkende en zich herkend zag. Een teedere opwelling van twee oude makkers, die elkander wedervinden!

Suzette merkte niets van haar malaise. De heeren kwamen weêr binnen. Cecile lette op of Quaerts mevrouw Hijdrecht zoû aanspreken. Maar hij nieerde haar geheel en zelfs, toen hij Suzette naast Cecile zag, wendde hij zich tot haarbeiden, om met Suzette, wie hij nog niet gesproken had, te schertsen. En het was Cecile een verlichting, toen zij kon vertrekken.