United States or Venezuela ? Vote for the TOP Country of the Week !


Meermalen hebben zij de invallen der barbaarsche Pieten en Schotten, met even barbaarsche invallen beantwoord. Somwijlen gelukte het hun, in de tweespalt der Schotsche partijen een dergelijken invloed te verkrijgen, als de Spanjaarden in de Portugeesche wisten machtig te worden, en soms waren de Schotsche Koningen een tijdlang de vazallen der Engelsche.

Maar met dat al, zijn rein is ein gnap peestje und loopt blaisierig: ich sol hum er nog een sakkie koeltens voor pieten wollen." "Wacht eerst, tot het te koop is," zeide Reynhove; "intusschen ben ik gereed, zoo vriend Blaek wil, morgen weer tegen hem te rijden, tot aan Guldenhof toe: en voor het dubbele geld."

Maar ik roep al de Jannen, Pieten, Willems en Heinen, waarmee ik in de Jacobijnenstraat te H. op de banken zat, tot getuigen, of er ooit iemand is geweest, die zijn lei volgeschreven heeft met een optelling der genoegelijkheden of een uitweiding over 't ongestoord geluk des kinderleeftijds.

En even later verschenen de twee mannen, met wie hij al van zijne vroegste jeugd af trouwe vrienden was geweest, namelijk Piet van Dril, de smid, en Jan Vos, de metselaar. In de tent van Mietje bonden zij de schaatsen onder. Dik trakteerde eenige jongens, die dicht in de nabijheid stonden, op dikke Pieten, en even later zwierde het drietal lustig over de baan.

En als zij een poosje gereden hadden, gingen zij uitrusten in de tent van Mietje, die er recht gelukkig en tevreden uitzag, want zij kon wel aan het bedienen blijven. "Dikke Pieten! Dikke Pieten!" riep Karel lachend zijne kameraden toe. "Steekt er eens op, en legt er eens aan! Lekkere, versche dikke Pieten! De mooiste ijskoeken van de wereld!"

En dan van Recht gesproken: akkoord! Recht moeten we hebben, niet meer en niet minder. Ik zeg: met God in de gerechtigheid, vooruit! Meen jelui dat wij zelf toch niet meer zoover kunnen komen, dan zeg ik: jongens laten we dan toch zorgen dat ze van onze kinders pieten maken. Zonder leeren komen er geen knappe bazen in de wereld.

Bij den bakker bestelde zij een groot getal ijskoeken, die ook wel dikke Pieten werden genoemd, eene lekkernij, waar de jongens verzot op waren, en die de meisjes ook wel lustten. Dik Trom had aan den bakker gezegd, dat hij voor de goede betaling borg stond. Ook gaf Dik de noodige chocolade en suiker, en mocht zij bij Wobbe op zijne rekening zooveel melk bestellen, als zij dacht noodig te hebben.

Daar valt een kameraad hem in de rede: »Zeg, d'r zijn zooveel Pieten in de wereld. Je mot toch zijn achternaam noemen." »Net zoo," zeggen wij. »Maar je bedoelt Piet Verbrugge, niet waar?" »Zie je nou wel, dat de meester hem kent." » ja, omdat de meester hem dikwijls bij jou ziet, niet waar meester?" »Netzoo."

Men noemt iemand: "Jan van Piet", of "van Pieten"; "Klaas van Trijn", of "van Trijntjes"; men spreekt van "Dirk den Schilder", "Jan den Mulder", "Willem den Slager"; men heet iemand "Klaas van den Molen", "Jan van de Brug"; en vooral in het Oosten en Zuiden van ons land duidt men iemand gaarne aan door den naam der hoeve, waar hij geboren is: "Zandhof Willem". "Kees van den Krom" is Kees, wonende bij een kromming van den weg, en in "Mottige Willem" dient de spotnaam als herkenningsnaam en is op weg naar den geslachtsnaam.

Wie pastoors en dominees louter als novellistische figuren der Hollandsche literatuur kent, heeft de dominees zelden anders leeren zien dan, om 't vergoelijkend te zeggen, als een ras van saaie pieten, de pastoors daarentegen als een groep bruyant-levenslustige menschen, die om den hemelschen nectar een goed glas aardschen wijn niet versmaden en, Gode den wierook gunnend, voor zich een edele Havana weten te waardeeren; vaak ook als naïeve groote-kinderen, met een rotsvast, primitief geloof in hun religie, soms daarbij tyrannieke autocraatjes, tòch bijna immer beminnelijk en vóóral: menschelijk.