United States or United States Virgin Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daartoe sloeg hij lustig met zijn hamer, en hij perste en kwelde zijn menschen tot dat ze waardig waren uit hun beklemming te ontsnappen naar de ruimte, naar de vrijheid, naar het grooter leven.

En nog een poos zag ik naar 't lustig gespring der kleinen, die, eerlijk om beurten met grootvader het touw draaiden; en ook zag ik naar dien oude met zijn vergenoegden lach op het kennelijk door smarten gegroefd gelaat.

Het oude geraamte was blijven staan en werd door een groot aantal palen ondersteund, opdat het niet zou invallen. Ook de zolder was onderschraagd door groote balken en dwarsliggers. De werklieden hamerden er lustig op los, en de jongeren onder hen deden hun arbeid met een vroolijk gezang gepaard gaan. Daar kwam de baas binnen.

Dit was spoedig gedaan en weldra vlamde een flikkerend vuur lustig op onzen haard. Een vuurtje! Een heerlijk vuurtje! Wel-is-waar maakte het veel rook, en daar er geen schoorsteen was, verspreidde deze zich door de hut; maar wat bekommerden wij ons daarover: wij hadden vuur en het was ons om de warmte te doen.

Terwijl Marieken zoo heel veel dacht aan Justus, was Justus al minder en minder gaan denken aan Marieken, en al meer en meer.... Licht van mijn oogen, Ster in mijn nacht, Vlam van mijn leven, 'k Zing van uw pracht. Bleek wordt Aurora, Kleurloos en mat, Treedt gij naar buiten, Zon op mijn pad! Lustig als Zefir Zweeft er uw tred: Bloemen ontluiken Waar gij hem zet.

WAARD. Nu, mijn jonge gast, mij dunkt, gij zijt mankeliek; mag ik vragen, waarom? JULIA. Och, goede vriend, wijl ik niet lustig zijn kan. WAARD. Kom, kom, wij zullen u wel lustig maken. Ik wil u brengen, waar gij muziek zult hooren en den edelman zien, waar gij naar gevraagd hebt. JULIA. En zal ik hem ook hooren spreken? WAARD. Ja, dat zult gij. JULIA. Dat zal muziek zijn.

OBERON. Spreidt uw lichtgloed om u heen, Want geen vonkje geeft hier schijn; Iedere Elfe repp' de leên, Vlug en lucht als 't vogelkijn, En herhale wat ik zing, Zinge 't lustig, danse en spring'! TITANIA. Zing, en klink' op ieder woord Van het lied het juist akkoord! Vorm een keten en verspreî Zoeten zegen, elfenrei! OBERON. Danst tot de uchtendzonneglans, Elfen, in dit huis uw dans.

Hij floot een vroolijk deuntje en onderwijl hakte hij vlijtig op een dikken boomstam los. Vroolijk blonk de bijl in den helderen zonneschijn, lustig stoven de spaanders in 't rond, lekker geurde het versche hout. Hans kon het niet laten, hij moest even voorbij de werkplaats loopen.

Dezen beker ledig ik op het welzijn uwer schoone Sappho, gelukkige Bartja, en dezen wijd ik aan uw toekomstig geluk, mijn lieveling Darius!" »Ik dank u!" antwoordde Bartja, terwijl hij den beker lustig aan de lippen zette. »Gij meent het goed," prevelde Darius, die zeer bedrukt naar den grond keek.

De Dood, zeer snood, d' Aarde haar pijlen bood, D' Ondeugd verheugd was met haar Helsche scharen, Deugd vlood door nood, durfd' haar niet geven bloot, Haar vreugd, verjeugd, veranderd' in bezwaren, Omdat, het pad der Waarheid, werd bestreden; De Trouw, met rouw, zeer deerlijk was verplet; Liefd's schat, Gods stad, de vrucht in 't lustig Eden