United States or Finland ? Vote for the TOP Country of the Week !


In Förstemann's Altdeutsches Namenbuch vinden wy eenen man vermeld die in de 9de eeu leefde, en Smido heette. Talrijk zijn de patronymikale geslachtsnamen, die van het woord smid, of van den mansvóórnaam Smido geformd zijn. In alle formen komen ze voor.

En was dit oudtijds reeds het geval, ook nog heden spreekt men zulk eenen man veelal als smid aan, en wordt hy, vooral in dorpen en kleine steden, steeds zóó genoemd, zoodat menigeen die dageliks met den smid omgaat, 's mans eigen naam niet kent. Van daar dat ook het woord smid, smith zelf by de oude Germanen wel als een mansvóórnaam gebruikt werd.

Iedereen prees uwe opoffering hemelhoog, en men beloofde u eene goede plaats. Waarom vervult men jegens u die belofte niet?" "Maar, moeder," riep de baanwachter, "mijne plaats is goed. Ik kan niet meer werken: een smid met eene hand, dit gaat niet. Wat zou ik meer verlangen dan een stil en gerust leven?" "Jan, Jan," gromde de oude vrouw, "gij hebt geene de minste zucht naar verhooging.

Het was nu eenmaal de waarheid dat hy aan dat: "handen-uitsteken" behoefte had, een ziekteverschynsel waaruit zich myn ingenomenheid met het pak-naaien laat verklaren. Indien ik over hem te beschikken had gehad, hy zou eenige jaren leerjongen by 'n smid geworden zyn.

De Klokvogels bewonen Zuid-Amerika: de Smid komt voor in Brazilië en is hier in de wouden zeer veelvuldig, de Klokluider behoort in Guyana, de Araponga in het noorden van Zuid-Amerika, de Hamerling in Costarica thuis.

De smid Wolf gaat alzoo naar buiten! en ziet dan ook zijn zwager met een opengereten gezicht en een dik oog, en is niet weinig verbaasd en vraagt: "Zwager Kieviet, wat scheelt er nu aan?" "Ja dat mag je wel zeggen!" zegt de molenaar, "dat komt van de vervloekte histories die jij me verteld hebt." "Hoe zoo?" vroeg de smid. "Wel, vraag je dat nog!" zegt de molenaar.

De twee vrouwen gingen zich seffens warmen aan 't spuwende, zoevende vuur, en Pallieter, om gauw weg te zijn, hielp den smid en zijnen knecht aan den blaasbalg trekken. Terwijl men op het gloeiend ijzer hamerde en het vuur rood opspoot in de donkere smis lag daarbuiten het landschap wit en wijd.

De vereerders van Horus van Behudet spreken voortdurend over hem als van den "Heer van de Smedenstad", of Edfû, waar hij volgens de overlevering het bedrijf van smid had uitgeoefend, zooals wij uit een inscriptie weten.

Ik begrijp, dat het een geringschatting van mijn persoon iszei de mestkever; «het geschiedt om mij te krenken, en daarom ga ik ook de wijde wereld in.» «Ga je gang maarzei de smid. «Gemeene kerel, die je bentzei de mestkever, en toen ging hij den stal uit, vloog een klein eindje weg en bevond zich al spoedig daarop in een mooien bloemtuin, waar het van rozen en lavendel geurde.

De overige drie getuigen: een smid, een bakker en een zadelmaker teekenden ook, en laatst van allen onderteekenden meneer Waelckens en de dikke secretaris. "Es 't spel hier gedoan?" vroeg luchtig vader van Dalen. "'t Es gedoan," antwoordde de secretaris, zijn pen afvegend. "Kurt en goed, e-woar?" schertste een der getuigen.