United States or Angola ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik heb vaak de kamer hooren beschrijven, zooals die er in dien vreeselijken tijd uitzag, toen Borg door de eksters belegerd werd. Zware gordijnen voor deuren en vensters, dikke kleeden op den grond, sluipende, fluisterende menschen. In 't hart der gravin was ontzetting. Heur haar werd grijs. Haar huid kreeg rimpels. In één maand werd ze een oude vrouw.

En nu is hij opeens heelemaal kalm en zet zich in de slee neer, zoo ver mogelijk van de jonge gravin. "U hoeft niet bang te zijn," zegt hij. "Ziet u niet waar we heenrijden? U kunt toch wel begrijpen, dat wij u geen kwaad durven doen." Zij is bijna bewusteloos geweest van schrik; maar nu ziet zij, dat zij 't meer al over zijn gereden en dat Don Juan nu den steilen heuvel opklautert naar Borg.

Er wordt verteld, dat toen Gösta de deur van Borg achter zich dichtsloeg, hij eenige sleden zag aanrijden. Hij wierp een blik op een kleine dame, die in de voorste zat. Hoe duister die ure ook voor hem was, 't werd nog duisterder voor hem toen hij haar zag. Hij haastte zich voort om niet herkend te worden, maar een voorgevoel van onheil vervulde zijn ziel.

Verschoon mij de vraag, die wellicht onbescheiden is, maar uit belangstelling in Francis wordt gedaan." "Juist om de schuld die ik aan haar heb en waarvoor de Werve haar borg is. Na mijn dood zullen mijn schuldeischers het kasteel niet kunnen verkoopen zonder dat ze met Francis te rekenen hebben." Ziedaar waarop tante Sophie zelve zeker niet had gerekend.

Ik heb geschilderd het portret van hem, zijn vrouw, en zijn dochter: 't was jammer van de schoone coleuren, besteed aan die leelijke bakkes." "Welnu! tracht hun dan te beduiden, dat zij het arrest opheffen, en geduld hebben. Ik zal zorgen, dat de debiteur zich niet verwijdere: en ik vlei mij, dat hij een goeden borg zal vinden.

Neen, neen, de jonge gravin op Borg zal Gösta Berling in zijn plannen niet storen; zij zal aan haar reputatie denken, aan den toorn van haar man, aan den haat van haar schoonmoeder; zij zal niets doen om hem terug te houden. Onder de lange godsdienstoefening in de kerk van Svartsjö zal zij haar hoofd buigen, haar handen vouwen en voor hem bidden.

Maar alle liedjes zongen van teedere herders en wreede herderinnen en juffrouw Marie's stem was zoo dun, zoodat ieder begrijpen kan, dat zulk een comedie allervermakelijkst voor de gravin moest zijn. Zoo was er eens feest op Borg; dat was natuurlijk omdat de moeder van den graaf gekomen was. Het ging er als gewoonlijk vroolijk toe.

Ik borg mij In een fontein op 't openbare plein, Waar 'k lag als de weerspiegling van de maan Gezien in 't water onder groene blaadren.

Maar ze beval toch, dat niemand over zijn vroeger leven met haar kinderen spreken zou, want dan zou haar zoon geen respekt meer voor hem hebben en haar dochter hem niet in haar nabijheid dulden; want zij was een heilige. Zoo kwam hij naar Borg, hij bleef aan de deur staan; hij zat op de kant van zijn stoel; hij zweeg aan tafel, en vluchtte naar buiten in 't park als er gasten kwamen.

Haar man, de jonge graaf met het oude hoofd, kwam op Borg terug, den morgen na den nacht, toen de molen en de smidse van Ekeby door den stroom waren verwoest. Hij was pas thuis gekomen, toen Gravin Märta hem roepen liet en hem wonderlijke dingen vertelde. "Je vrouw is uit geweest vannacht, Henrik. Zij bleef vele uren weg. Ze kwam thuis met een man. Ik hoorde hem haar goeden nacht zeggen.