United States or Eswatini ? Vote for the TOP Country of the Week !


'k Ben zot van ou! 'k zoe mijn leven veur ou loaten! Als ge wilt, 't wordt hier loater amoal 't ouë!" herhaalde hij smorend, opgewonden. Zeg, Leontientsje, wilt-e? wilt-e?

Moeder, met de beenen ver vaneen, snakkend naar adem op een stoel gezakt, moest eerst even op verhaal komen. Haar fletse blauwe oogen keken rond en boos haar dochter aan en dikke zweetstralen liepen over haar vette, roode kwabbe-wangen. "O ... o ... of 't woar es da ge mee ouë peirdeknecht goat hertreiwen as ouën tijd om es?" herhaalde zij eindelijk, met een stem die klapte als een zweep.

Op een ochtend bleef Alfons langer dan gewoonlijk te bed liggen. Hij was nooit vroeg de laatste weken; vooral gedurende de eerste uren van den dag voelde hij zich zoo moe en afgemat en hoestte, tijden lang. Maar 't werd acht uur, half negen; en Rozeke had in de keuken 't lampje uitgeblazen en zag, onder het aankleeden van Hilairken en 't verzorgen van Marietje, de late ochtend triestig grauwen op den boomgaard, waar het Geluw Meuleken met twee volle emmers uit den stal kwam, en nog steeds was hij niet op en hoorde zij hem niet bewegen. Zijn koffie stond reeds klaar en hij zou koud en bitter worden; en de dun-gesneden, tarwe-boterhammetjes zouden liggen uit te drogen op het bord. Zij liet haar kinderen even in de steek en ging eens op het steenen trapje van de voute-kamer luisteren: "Alfons!" riep ze, "'t es al over half negen en ouë k

Deze literaire zeeslang, die zoo langzamerhand alle de landen "rondom de oude wereldzee" met hare kronkels omvatte, mocht voor mij zoo dik en lang zijn als ze maar wou en kon, ze mocht heele scheepsvrachten ouë Romeinen, Grieken en Aziaten vreten sinds ik meende zeker te zijn, dat zij toch nooit meer op 't strand mijner verwachting één wèrkelijken mènsch zou werpen, één naakten mensch, een Jona, maar louter homunculi, als uit Dr.

Een oude gloed van gobelins aan de muren, en die, meendet ge, waren toch echt.... Och, och, alle duivels, het is papier van zooveel de rol! Maar gelukkig! daar komen tenminste menschen de kamer binnen. Ah, Lucius, ouë Romein, men ontmoet een van jou slag niet elken dag. Mag ik eens nader kennis maken? Maar pòe! Wat mankeert die vent!

Nauwelijks was ze binnen en had zich overtuigd dat Rozeke met haar kinderen alleen was, of ze hijgde en stotterde 't er opgewonden uit: "Roze!... è è es da woar wat da 'k doar heure zeggen ... dat-e gij mee ouë peirdeknecht goat hirtreiwen as ouën tijd om es?" "Wa ... wa zegt-e doar, moeder!" riep Rozeke verschrikt.

Go dacht, hoe moe ze den volgenden ochtend zou zijn; ze zou wel niet naar college kunnen. Ze hoorde Hans, die classicus was, met den schuchteren Hoefman boomen over de studie in de Nederlandsche letteren. "Toch wel lollige lui, die ouê snuiters," vond Hans, maar Hoefman zei: "Misschien spreek ik met te weinig zaakkennis, maar behalve Hooft en Vondel lijkt 't me toch niet veel.

En toen ze samen aan de Zijpe aan wal stapten, toen wees Japi naar 't Zuidwesten, naar den dikken toren van Zierikzee die heel flauwtjes aan den horizon zichtbaar was en zei: "Dikke Jan, die oue geduldige dikke Jan, hij staat er nog. Ik dacht 't wel. Ja hoor, hij staat er nog." En toen vroeg Bavink of i altijd zoo'n lol had en toen zei Japi: "Ja", meer niks.

En, op een bevestigend hoofdgeknik van den slappen secretaris, keerde hij zich tot Alfons' oude moeder en stelde de sacramenteele vraag: "Vreiw Urzela van de Weghe, verkloart-e gij toe te stemmen in 't huwelijk van ouë zeune Alfonsus Josephus van de Weghe mee Irma Rosalia van Doalen?" "Joa ik, menier de schepen," antwoordde dof en heesch het ziekelijk oudje.

"Wat heb je daar?" zei Bavink. Op mijn tafel lag "Le Lys dans la Vallée" van Balzac. "Aha, Balzac. Geen kwajongen, die oue heer. Dood ? Al lang dood. Natuurlijk. Waar kom je vandaan, Hoyer? Wat heb je daar een mooie jas aan. Ga eens staan. Te kort, kerel, veel te kort". Bavink was genoegerig. "Dat weet ik potdome ook", zei Hoyer. "Vertel liever eens waar jij gezeten hebt. En wie is die heer?"