United States or Trinidad and Tobago ? Vote for the TOP Country of the Week !


"'t Is verre van mij," zeide ik, "dat ik aan uw goeden wil jegens uwe naasten zoude twijfelen: maar toch vind ik mij verrast, door Mejuffer hier te zien, en kan ik niet nagaan, op welke wijze uwe kennismaking heeft plaats gehad."

"Men zou van iets minder kunnen ontstellen," zeide zij; "althans wanneer men aan dergelijke schriktooneelen ongewoon is; maar helaas! men went aan alles," voegde zij er op een droefgeestigen toon bij. "Hoe, Mejuffer!" zeide ik, eenigszins verwonderd, en hopende door mijn vraag den draad van het geheim machtig te worden: "is u ooit iets dergelijks overkomen?"

Ze keek er naar en herkende hem, zooals zij hem bij 't venster van den modewinkel voor 't eerst ontmoet had, en zooals zij er, bij het tramhuisje, toornig was op afgegaan. Hij bloosde en boog. Hebbe 'k mejuffer niet elders gezien? Ik vrees dat ik een leelijk hoekje krijg in haar geheugen.... Zijne stem was vol en zwaar, en sloeg in sierlijke golving om. 'k En hebbe u nooit ontmoet, zei Goedele.

Jakob Mispels trad uit het kasteel, ontdekte zich het hoofd en zeide tot Theresia, terwijl hij op zekeren afstand van haar bleef staan: "Mejuffer, mijnheer Reimond heeft mij bevolen u naar het dorp te leiden. Het is erg genoeg voor mij, ik ben gewond aan den voet en kan schier niet meer gaan. Indien het Willem geliefde ons te vergezellen, anders zal ik mijne vrouw Peternelle medenemen.

Ik zal u, beminde hofraad, eeren en liefhebben als een rechtschapen vrouw.” „O, God, o God!” riep conrector Paulmann smartelijk, „zij is waanzinnig, zij is waanzinnig, nooit kan zij de vrouw van een hofraad worden.” „Niets daarvan,” viel hofraad Heerbrand in, „ik weet heel goed, dat mejuffer Veronica eenige genegenheid voor dien verwenschten Anselmus heeft gekoesterd en het is mogelijk, dat zij zich wellicht in een zekere overspanning tot de wijze vrouw gewend heeft, die, naar ik begrijp, geen andere kan zijn, dan de kaartlegster en koffiekijkster van de Zwarte Poort ik meen de oude Rauerin.

"Het is, mejuffer, omdat ik in deze laatste tijden meer dan eens met uwen oom over u heb gesproken, en wist, dat hij u naar Wildenborg zou roepen. Gij kent uwen oom niet persoonlijk!" "Ik herinner mij slechts, dat, toen ik een kind van drie of vier jaar was, er dikwijls een hoogstaltige heer ten onzent kwam, die mij streelde en mij speelgoed en lekkers gaf. Die man was mijn oom.

Hij merkte wel aan de medelijdende uitdrukking der juffer, dat zij hem voor eenen onnoozele of voor eenen domkop aanzag. Dit kwetste hem. "Ja, mejuffer," zeide hij op vinnigen toon, "de lieden uit de stad meenen, dat zij alles beter weten dan de buitenmenschen; maar het spreekwoord zegt: hij lacht het beste, die lacht ten leste.

"Wij liggen bezuiden Durgerdam, kort bij den dijk," antwoordde ik: "is Tante niet wel?" "Tante mag wel zeggen: Qu' allais-je faire dans cette galère?" zeide Suzanna: "en dat nog wel om onzentwil." "Welk een ongelukkige reis!" zeide Henriëtte: "is UEd. niet doornat, Mijnheer Huyck?" "Zooals UEd. ziet, Mejuffer!" zeide ik: "en ik ben waarlijk eenigszins beschaamd, mij aldus aan u te vertoonen."

Gestrengen zoon met zijn bezoeken, en bekend is bij Mejuffer uwe zuster? En bovendien, wat heb ik er mede te maken, sedert haar eigen vader gekomen is en mede bij mij inwoont? Laat elk zorgen voor de zijnen. Ik kan den man geven geen ongelijk, zoo hij gooit den Heer Blaek van de trappen, omdat die dringt in zijne kamer. Elk moet wezen vrij in zijn huis." "Voorzeker!" zeide mijn vader.

"En de dokters, eerwaarde, konden dezen hem niet helpen?" "Ik geloof het niet, mejuffer, de ziekten der verbeelding laten zich moeielijk genezen. Daarenboven, mijnheer Reimond leeft opgesloten en wil volstrekt niemand dan mij alleen op Wildenborg toelaten. Sedert tien jaren heeft hij nog geen ander bezoek dan het mijne willen aanvaarden." "Ik begrijp," zuchtte het meisje. "Hoe schrikkelijk toch!