United States or Moldova ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dan zeide zij overwegende: "Begrijp ik u wel, eerwaarde, dan zou mijn oom sedert tien jaar, buiten uwe bezoeken, geene andere menschen gezien hebben dan Jakob Mispels?" "En zijne vrouw." "Mijn vader had gelijk! Dit was voor hem een verderfelijk gezelschap.

Gij overlaadt mij met weldaden, mijnheer, ik ben u dankbaar uit den grond mijner arme, ontstelde ziel; maar toch ik ben niet gelukkig, en waarschijnlijk zal de oude Jakob Mispels u niet lang overleven." Mijnheer Reimond poogde door troostende woorden den bedrukten man gerust te stellen, en toen hij bemerkte, dat hij daarin grootendeels was gelukt, hernam hij zijn vorige rede.

Hem het schenkbord op de armen zettende, zeide de vrouw: "Kom, spoed u maar; mijnheer zal misschien reeds spijtig zijn, omdat zijne koffie schier koud geworden is." Jakob Mispels begaf zich door het eenige nog gebaande voetpad naar het kasteel, stapte door eenen donkeren gang, trad in eene soort van zaal, zette het schenkbord op eene tafel en zeide: "Mijnheer, ziehier uw ontbijt.

Er is daar, in het Gulden Paard, goede herberg bij brave, godvreezende lieden. Jakob Mispels zal u vergezellen. Ik zal hem een briefje medegeven voor den pastoor; deze goede priester zal over u waken en u zeggen wat gij te doen hebt. Gaat nu, mijne vrienden, en blijft helder van gemoed en gerust van hart tot morgen." De beide jongelieden verlieten zwijgend de zaal. Willem zuchtte, Theresia weende.

Het was een oogenblik van uitersten angst; allen staarden stom en bleek op den zieke, in de smartelijke meening, dat hij inderdaad ging sterven. Jakob Mispels alleen glimlachte en hief de handen dankend ten hemel, terwijl hij in zich zelven mompelde: "Ha, ha, hij is dood! God zij geloofd, de vijand komt te laat!"

Jakob Mispels, nu van zijnen schrik verlost, had grooten lust om te dansen en te zingen; hij liep met zwaaiende armen door de zaal en stapte zelfs geruchtmakend tot verre in de duisternis, als wilde hij Nox uitdagen en bespotten; maar het beest sliep ongetwijfeld, want het roerde zich niet. "Blijft stil, kinderen," zeide de pastoor.

Hij vond Jakob Mispels en zijne vrouw druk bezig bij den haard met de bereiding van zijn avondmaal; er lag reeds een wit ammelaken over de tafel gespreid. De hovenier, zoohaast hij den groet des jongelings hoorde, kwam hem te gemoet geloopen, greep zijne hand en vroeg met koortsige nieuwsgierigheid: "Welnu, welnu? Hoe is het afgeloopen? Heeft uw oom u goed onthaald? Is hij tevreden over u?"

Moest zijn gezelschap niet hoogst schadelijk zijn voor mijnheer Reimond, en had mijn vader, die vreesde, dat het verstand mijns ooms met verzwakking of met verdwaling was bedreigd, geene redenen om de verwijdering van Jakob Mispels te wenschen?" De pastoor scheen na te denken over de woorden der juffer en knikte bevestigend met het hoofd.

"Gij hebt gezien, hoe de arme Jakob Mispels onophoudend door hersenschimmige gevaren wordt gefolterd, hoe de vrees voor spoken en duivels zelfs het besef van Gods almacht en rechtvaardigheid in hem verduistert? Dit is het bijgeloof der eenvoudige en ongeleerde lieden, wanneer zij door afdwaling des gevoels de leering van den godsdienst overdrijven.

Ik heb in het achterste gedeelte van het kasteel eene kamer voor u doen bereiden. Jakob Mispels, de hovenier, zal u dienen; hij heeft last om u alles te bezorgen wat u noodig is, en verlangt gij iets, dat zich niet op Wildenborg bevindt, Jakob zal naar het dorp gaan om het te halen.