United States or Algeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Moest zijn gezelschap niet hoogst schadelijk zijn voor mijnheer Reimond, en had mijn vader, die vreesde, dat het verstand mijns ooms met verzwakking of met verdwaling was bedreigd, geene redenen om de verwijdering van Jakob Mispels te wenschen?" De pastoor scheen na te denken over de woorden der juffer en knikte bevestigend met het hoofd.

"Er zijn menschen, die over alles, behalve over een enkel punt, de helderheid des verstands behouden. Zoo is mijnheer Reimond, hij heeft een goed en edelmoedig hart, hij redeneert met wijsheid over de meeste zaken: maar zoohaast zijne gepeinzen zich op het bovennatuurlijke keeren, dan verdwaalt hij in grenzenlooze beschouwingen en schept zich eene wereld der onmogelijkste hersenschimmen.

De eenzaamheid van mijnheer Reimond, het gezelschap van den bijgeloovigen Jakob Mispels, de afgelegenheid des kasteels, dit alles deed mijnen oom in eene troosteloze somberheid leven. Wat was er noodig om dien nacht op te klaren? Licht, licht des harten, opgeruimdheid, vreugde, liefde! Ha, ik hadde hem dit licht gebracht: ik ben jong, ik heb vertrouwen in het leven en vertrouwen in Gods goedheid."

Het afscheid van eenen goeden vriend, die vertrekt om een eindeloos geluk te gemoet te gaan, mag u niet pijnlijk vallen.... Kom, Theresia; gij aarzelt om mij de hand te geven? Het is geen beslissend vaarwel: morgen zullen wij elkander nog zien." De maagd naderde langzaam; de hand, die zij haren oom toereikte, scheen te beven. "Heb moed, mijne dochter," zeide Reimond.

"Gij kunt het evenwel niet weten." "Welke is de kleur van zijn haar, Peternelle?" "Ik meen te zien, dat hij zwart haar heeft." "Hij is het! Willem Reimond, twijfel er niet aan. Ach, het ongeduld, het verlangen doet mij beven. Ik loop hem te gemoet!"

"En gij gaat ze op Wildenburg doen komen?" morde de hovenier met eene soort van verschriktheid. "Zeker, zij is mijne erfgename, zoowel als de zoon mijns broeders." "Maar, om Gods wil, mijnheer, gij zult toch uwe goederen niet aan Willem Reimond ontnemen, om ze aan de ondankbare De Wits te geven?"

Ik herkende mij zelven in den spiegel niet meer, en mijne arme vrouw deed niets dan tranen storten, in de meening dat ik de tering had." "Nu, het is uwe zaak, Jakob, gij zult er na uwen dood voor boeten, wees zeker," zeide mijnheer Reimond. "Laat ons van andere dingen spreken, die niet boven het bereik van uwen zwakken geest zijn. Nader uwen stoel tot de tafel en zet u daar voor mij.

Zij verblufte hem en gaf hem de overtuiging, dat niets zijnen armen meester van den akeligen dood kon redden. Hij boog het hoofd onder het gewicht der moedeloosheid. "Kom, mijn vriend, wees niet droef," zeide mijnheer Reimond op troostenden toon. "Ik zal zorg dragen, dat gij geene redenen hebt om mijnen overgang tot een nieuw leven te betreuren. Daarvan wilde ik u spreken.

"Voor mij zou deze zaak geheimzinnig en onuitlegbaar gebleven zijn, heer oom, hadde ik haar later niet wedergezien onder eene andere dan eene engelengedaante." "Gij hebt haar wedergezien?" vroeg mijnheer Reimond met aangejaagde nieuwsgierigheid. "Uwe geschiedenis boezemt mij veel belang in. Ga voort, ik bid u."

Die ongelukkige, die arme Willem! Hadde hij nooit den voet op dit vermaledijd kasteel gezet! Zulk einde en nog zoo jong!" "Water en azijn? Wat is er gebeurd? Hebt gij weder iets uitgevonden om mij vervaard te maken?" vroeg de vrouw verbleekend. "Neen, neen, Peternelle, ditmaal is het ernstig waar," antwoordde Jakob. "Is mijnheer Reimond overleden? Eilaas, het moest er toch eens van komen.