United States or Singapore ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Mijn oom heeft mij ontboden, hij zal verstoord zijn, omdat gij mij niet onmiddellijk tot hem hebt geleid. Ga, meld hem mijne komst." "Onmogelijk." "Uwe vrouw is redelijker dan gij: zij lacht insgelijks met uwe grillen. Zij schijnt verstandig en minzaam, en zal mijnen oom wel gaan verwittigen." "Hij is inderdaad opgesloten, mejuffer. Niemand kan hem naderen," antwoordde Peternelle.

Ik heb mijne kamer verlaten om onder de opene lucht verkwikking te zoeken, achter het kasteel ligt er een groote boom, die, door den wind uitgerukt, over de gracht gevallen is. Langs daar geraakte ik in de bosschen. Die wandeling heeft mij weemoedig gemaakt.... Geloof gij insgelijks, Peternelle, dat mijn oom overmorgen zal sterven?" "Eilaas, hij zal sterven!" zuchtte zij.

Hoe dikwijls heb ik het u gezegd: hij heeft de zwarte oogen zijns vaders en het liefderijk hart zijner moeder." Maar reeds hield Willem de oude vrouw in zijne armen gesloten en juichte met diepgevoelde vreugde: "Peternelle, wat geluk, u nog gezond en welvarend te vinden! Door u te zien alleen word ik teruggetooverd in mijne schoone kinderjaren. Mijn vader, mijne moeder herleven voor mijne oogen.

"En meent gij ook, gelijk Jakob, dat de duivel, of ik weet niet welke bovennatuurlijke oorzaak, daarmede bemoeid is?" De oude vrouw schudde ontkennend het hoofd. "Ha, gij gelooft het niet? Gij hebt een gezond verstand, gij Peternelle?" riep de jongeling. "Welnu, wat is uwe gedachte over de onbegrijpelijke ziekte mijns ooms?"

Zijne vrouw bleef wel een uur sprakeloos, en scheen geene acht op zijne ongerustheid te slaan. Toen zij hem eindelijk vroeg, wat hem dus over en weder deed dwalen, vertelde hij haar, dat hij eenen leelijken droom had gehad en nog beefde van het akelig gezicht, dat hem had verschrikt. "Ach, Peternelle," zeide hij, "ik lag gerust te slapen.

Zijn geest moest insgelijks door droeve overweging beneveld zijn, want hij onderbrak soms zijn ontbijt, zuchtte en schudde het hoofd met mismoed. "Gij zijt treurig, mijn goede Willem," bemerkte de vrouw. "En gij zegt nogtans, dat gij wel hebt geslapen?" "Ja Peternelle," was het antwoord, "ik ben treurig. Dezen morgen, toen ik wakker geworden was, kwamen allerlei pijnlijke gedachten mij bestormen.

"Ik weet wel een middel om onzen armen meester te redden," zeide de hovenier na een oogenblik stilte. "Een middel om onzen meester te redden?" kreet de vrouw. "Ha, het is uw goede engel, die het u insprak!" "Neen, Peternelle, want ik denk er sedert lang aan, en daarenboven het is onmogelijk om uit te voeren. Durfde ik slechts een beetje vergif in het eten van dien vervloekten Nox doen.

De hovenier en zijne vrouw stonden beiden te weenen voor het bed; de smart van Jakob Mispels was zoo luidruchtig, dat zijne snikken door de zaal galmden. "Mijn arme Jakob, mijne goede Peternelle," zeide de zieke, "waarom dus tranen storten? Zijt getroost. Wist gij hoe het in de andere wereld met de zielen staat, gij zoudt juichen en mij gelukwenschen.... Vaartwel, mijne vrienden.

Evenals gij, Peternelle, die eertijds den mond geene minuut kondet gesloten houden, en nu onmeedoogend mij dwingt, altijd zoo troosteloos alleen met mij zelven te spreken." De vrouw haalde de schouders op met eene uitdrukking van ongeduld en medelijden. Den rug tot haar keerende, morde de oude man in zich zelven: "Neen, neen, ik blijf niet hier; ik zal den schrikkelijken dag niet afwachten.

Zij had een kruis gemaakt en prevelde een stil gebed tusschen het gaan en keeren, om haren arbeid te verrichten. "God zij geloofd, daar is mijnheer Willem!" riep zij eensklaps uit, den jongeling vroolijk toelachende. "Goeden dag, Peternelle," zeide Willem. "Hoe verblijdt u mijne komst! Gij ziet er bekommerd en angstig uit?" "Zit neder, mijnheer. Hebt gij wel geslapen?"