United States or Zimbabwe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Plechtiglijk schreed griffier Heerbrand op conrector Paulmann toe, omarmde hem met uitgezochte hoffelijkheid en sprak toen: „Heden, op den geboortedag van uwe lieve, geachte dochter, mejuffer Veronica, zal ik zonder omwegen alles zeggen, wat mij al lang op het hart lag.

"Neen Mejuffer!" zeide mijn vader op een zachten toon: "zoo gij onschuldig zijt, hebt gij ook voor geen straf te schromen. Ik zal u geen vragen meer doen. Verre zij het van mij, een dochter te willen gebruiken tot werktuig om haar vader in de handen der Justitie te leveren.

Heeft mejuffrouw goed geslapen? .... O! Het is buiten zoo'n mooi weer. Kijk maar naar 't venster, mejuffer. Echt lenteweer. Wil ik de gordijn wegpakken? Ga uw gang, Mariëtte .... ik heb zoo'n hoofdpijn ..... Och! 't Groote ongeluk, dat moeder dood was, viel over haar, en ze zeide nu dat ze hoofdpijn voelde om te toonen dat ze gevoelig was.

"O! nu vat ik het," hernam Suzanna: "UEd. was van te goeden huize misschien om met Jan en alleman om te gaan. Maar, om niet van zoovele anderen te spreken, daar hadt gij b.v. den Heer Van Obdam, die was nogal van een redelijk goede familie." "Mejuffer schept er behagen in, mij niet te willen verstaan," zeide Reynhove: "ik bedoel mijn stand niet, maar mijn betrekking als eenigen zoon.

Om kort te gaan, geachte conrector! ik, hofraad Heerbrand, vraag u om de hand van uwe beminnelijke dochter, mejuffer Veronica, die ik, mits gij u niet daartegen verzet, spoedig in eigen huis hoop binnen te leiden.” Vol verbazing sloeg conrector Paulmann de handen te zamen en riep: „Zoo, zoo, zoo mijnheer de griff hofraad, wil ik zeggen, wie had dat kunnen denken!

Doch gij, geachte conrector,” ging de nieuwe hofraad voort, „eerst gij kunt de kroon op mijn geluk zetten. Reeds lang bemin ik in stilte mejuffer Veronica en ik mag mij beroemen op menigen vriendelijken blik, dien zij mij toewierp en die mij duidelijk toonde, dat zij mij zeker niet ongenegen is.

Magloire was daarentegen zeer verheugd over de zaak en zeide tot mejuffer Baptistine: "Nu, Monseigneur is met de zorg voor anderen begonnen; maar hij heeft eindelijk toch ook aan zich zelven moeten denken. Hij heeft al zijn liefdegiften, geregeld: nu hebben wij eindelijk dus drie duizend francs voor ons!"

Zie! ik ben overtuigd, dat zoo Mejuffer zich in haar eenzaamheid verveelt, het voornamelijk daar vandaan komt, dat zij niets omhanden heeft; Tante zoude haar stellig geen grooteren dienst kunnen bewijzen dan door haar wat werk te verschaffen; en, dank zij den behoeftigen, die hulp vereischen, dat ontbreekt nooit bij Tante."

"Welnu, wat hebt gij, Isabel? Waarom blijft gij staan?" vroeg het meisje. "Mejuffer," antwoordde de meid, "dit bosch is een kuil vol struikroovers en binders. De geschiedenissen van duivels en spoken hebben zij uitgevonden, om de lieden verwijderd te houden en den eenzamen reiziger in vrijheid te kunnen vermoorden.

Ik merk ook," vervolgde hij met een verheffing van stem en terwijl hij mij scherp aanzag, "dat het tijd werd dat ik kwame." "Met uw verlof," zeide Heynsz, tusschen beiden tredende: "deze Heer is de Heer Huyck, zoon van onzen achtbaren Hoofdofficier en een eerlijk cavalier, wien Mejuffer zich niet behoeft te schamen van te kennen."