United States or French Guiana ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Maar," vervolgde hij: "ik heb tot mijn leedwezen gehoord, dat de Heer Lodewijk bij ons aan huis zoo leelijk is te pas gekomen!" "Dat is hij," antwoordde ik: "maar het zal beter zijn, dat onderwerp maar niet aan te roeren." "UEd. heeft gelijk," zeide hij: "ja, het is wat onbegrijpelijk: er gebeuren buitendien meer rare dingen bij ons aan huis. Wie had het ooit kunnen denken?

»Wil jelui dat wel eens laten, jongensgebood ons de vrouw, die in den wagen woonde, doch daar wij wisten, dat haar man zoowel als de berenleider niet thuis waren, toonden wij ons vrij ongezeggelijk, wat ons heel leelijk stond, dat moet ik zelf bekennen.

Zonder de minste hapering bracht zij 't er af. Iedereen vond 'et bepaald leelijk. Toen het laatste koeplet gedaan was zeî niemant een woord. De dames, die in Jetjes, zoo heette het meisje, nabijheid zaten, prezen haar zeer: O, jufvrouw, wat was dat allerliefst!

Nu moeten de Franschen een keizer hebben, en de Pruisen een koning een koning is minder maar de keizer, die tegen den koning gezeid had, dat hij maar moest uitkomen als hij durfde, heeft er leelijk van langs gekregen.

Zij doen al 't mogelijke om leelijk te zijn; zij gaan slecht gekleed, zijn bang voor de vrouwen, en de deerns lachen hen uit om hun bedelaarsmanieren; op mijn woord van eer, 't is alsof zij, als 't op liefde aankomt, bedeelde armen zijn.

Daardoor was zij, Goedele, klein en leelijk. Ze bleef thuis. Ze verbood aan Sebastiaan haar nog op te zoeken. Ze zei hem dat ze groote rust noodig had. Ze leefde dan, nietsdoende en sprakeloos en lui. Ze zette zich viermaal vóor haar schrijftafelken, te wege een langen brief voor Ameye op te stellen.

Nu is er maar één ding in de wereld waar ik zoo'n dollen lust in zou hebben. RANK. En dat is? NORA. Het is iets dat ik zoo dolgraag zou willen zeggen, zoo, dat Torwald het hoorde. RANK. En wáárom zegt u het dan niet? NORA. Neen ... ik durf niet ... het is zoo leelijk. MEVR. LINDE. Leelijk? RANK. Ja, dan is het niet geraden.

«Goddankzei het eendje met een zucht; «ik ben zoo leelijk, dat de hond mij zelfs niet wil bijtenEn zoo bleef het roerloos liggen, terwijl de hagel door het riet snorde en er schot op schot knalde.

Toen riep hij den hond weer op de kist en maakte één, twee, drie, dat hij bij den boom kwam. "O, hoi, ho! trek op, Moedertje!" riep hij door den hollen boom. "Heb je het lucifersdoosje?" riep het oude vrouwtje terug. Sapperloot, neen, dat had hij juist vergeten. Hoe leelijk van mij, alleen voor mij zelf te zorgen, dacht de soldaat. Dat ik ook aan niets dan aan geld gedacht heb!

Ik antwoordde dat ik geen man wilde, hij mocht schoon zijn of leelijk. Zij deed mij opblijven om hen te verbeiden; want zij is dan geenszins van heure zinnen, als 't minnarijen geldt. Wij waren half ontkleed, gereed om te gaan slapen; ik sliep op genen stoel. Toen zij binnenkwamen, werd ik niet wakker. Plotseling voelde ik iemand die mij omhelsde, mij in mijnen hals kuste.