United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dat moet mijn zangvogeltje nooit meer doen. Een zangvogeltje moet nooit valsche tonen laten hooren! Is het zoo niet? Ja, dat wist ik immers wel. En nu praten wij er niet meer over. , wat is het hier gezellig en lekker. Torwald! HELMER. Ja. NORA. Ik verheug mij zoo dol op het gecostumeerde bal bij de Stenborgs overmorgen.

NORA. Och, Torwald, jij bent de man niet om mij op te voeden tot een echte vrouw voor je. HELMER. En dat zegt jij? NORA. En ik ... ben ik in staat kinderen op te voeden? HELMER. Nora! NORA. Zei je dat zelf niet daar straks ... dat werk durfde jij mij niet toevertrouwen. HELMER. In een oogenblik van drift! Wil je daar nu aan hechten? NORA. Ja zeker; want dat was heel juist gezegd.

Dit is een afrekening, Torwald. HELMER. Hoe bedoel je dat? Is er niet iets dat je opvalt nu wij hier zoo zitten? HELMER. En wat zou dat dan moeten zijn? NORA. Wij zijn nu acht jaar getrouwd. Treft het je niet, dat het de eerste keer is dat wij beiden, jij en ik, man en vrouw, ernstig samen spreken? HELMER. Ja ... ernstig ... wat bedoel je daarmee?

Noem nu eens iets voor mijn beurs beschikbaars dat je erg graag zoudt willen hebben. NORA. Neen, ik weet 't heusch niet. Ja toch ... hoor eens, Torwald.... HELMER. Ja? Als je me dan volstrekt iets geven wilt, dan zou je ... zou je.... HELMER. Nou dan ... voor den dag er mee!... Dan zou je mij geld kunnen geven, Torwald.

Ik heb ook iets om trotsch en blij over te zijn. MEVR. LINDE. Daar twijfel ik geen oogenblik aan. Maar hoe bedoel je dat? NORA. Spreek zachtjes. Verbeeld je dat Torwald het eens hoorde! Hij mag het om niets ter wereld hooren ... niemand mag het weten. Kristine; niemand dan jij.... MEVR. LINDE. Maar wat is het dan toch? NORA. Kom eens hier. Weet je, ik heb ook iets om trotsch en blij over te zijn.

NORA. O Torwald, het zal je nog berouwen dat je mij nog niet, zal was 't maar een half uurtje, hebt gegund.

Maar "Nora, Nora" is niet zoo dwaas als jullie denkt.... O, we hebben het heusch niet zóó gehad dat ik veel uitgeven kon. Wij hebben allebei moeten werken! MEVR. LINDE. Jij ook? Je weet wel dat Torwald van het departement weg ging toen wij trouwden? Er was niets geen vooruitzicht op bevordering bij zijn afdeeling en hij moest toch toen meer geld verdienen dan te voren.

Doe het om mijnentwil ... om je zelfs wil ... ter wille van de kinderen! Och toe, Torwald; doe het! Je weet niet wat daaruit voortkomen kan voor ons allen. HELMER. Te laat. NORA. Ja, te laat. HELMER. Lieve Nora, ik vergeef je je angst, hoewel die in den grond een beleediging is voor mij. Ja, dat is zoo!

Beloof je mij dat Torwald? HELMER. Daar kan je vast op rekenen. NORA. Je moet je noch vandaag noch morgen, met iets anders bemoeien dan met mij; je moet geen brief open maken ... zelfs de brievenbus niet.... HELMER. Ah ... dat is nog de angst voor dien kerel.... NORA. O ja ... dat ook. HELMER. Nora, ik zie het aan je gezicht, er ligt al een brief van hem.

Integendeel ... hij verbeeldt zich dat hij daarom het recht heeft nog jij en jou tegen mij te spelen; en dan komt hij ieder oogenblik voor den dag met zijn: zeg eens, Helmer! Ik verzeker je dat mij dat hoogst pijnlijk aandoet. Hij zou mij mijn positie aan de Bank onhoudbaar maken. NORA. Torwald, dat alles meen je toch niet in ernst? HELMER. Zoo? Waarom niet?