United States or Jordan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe zou het hem ook in de gedachten komen, te wenschen, zelf zoo mooi te zijn? Het zou al blij geweest zijn als de eenden hem maar in haar midden geduld hadden, dat arme, leelijke beest! Het werd winter. Het was koud, snerpend koud. Het eendje moest in het water rondzwemmen om te maken, dat dit niet heelemaal dichtvroor; maar met iederen nacht werd het gat, waarin het zwom, al kleiner en kleiner.

Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zoo leelijk uitzag, werd gebeten, gestooten en voor den gek gehouden, en dat zoowel door de eenden als door de kippen. «Het is te grootzeiden allen, en de kalkoensche haan, die met sporen ter wereld gekomen was en daarom dacht, dat hij keizer was, blies zich op als een schip met volle zeilen en kwam op hem af; toen klokte hij en werd zijn kop vuurrood.

Plof! daar sprong zij in het water. «Kwak, kwakzeide zij, en het eene eendje na het andere plofte er nu ook in; het water spatte hun om den kop, en zij doken even onder, maar kwamen al spoedig weer boven en zwommen uitmuntend; hun pooten gingen van zelf, en allen waren zij in het water; zelfs het leelijke, grauwe eendje zwom mee.

Het draaide zijn kop om, om hem onder de vleugels te steken; maar op hetzelfde oogenblik stond er een vreeselijk groote hond dicht bij het eendje; de tong hing hem uit den bek, en zijn oogen schoten vlammen; hij strekte zijn snoet juist naar het eendje uit, liet het zijn scherpe landen zien en.... Plof! plof! ging het weer, zonder dat hij het beetpakte.

Het golflijntje, dat een voorbijzwemmend eendje of een in het water geworpen kluitje doet ontstaan, is iets, waarnaar we gaarne stil en in gedachten verzonken staan te kijken. Zoo ging het Rembrandt ook.

«Maar het is zoo prettig, in het water te zwemmenzei het eendje, «zoo prettig, het boven zijn kop te laten uitspatten en op den grond te duiken.» «Nu, dat is ook een heel plezierzei de kip. «Je bent zeker niet goed bij je verstand! Vraag er den kater maar eens naar, die is het verstandigste schepsel, dat ik ken, of hij er van houdt, in het water te zwemmen of onder te duiken?

En uit het geboomte kwamen eensklaps drie prachtige witte zwanen te voorschijn: zij klapten met hun vleugels en zwommen fier in het water. Het eendje kende die prachtige beesten en werd door een eigenaardige treurigheid aangegrepen. «Ik zal naar hen toe vliegen, naar die koninklijke vogels! Maar zij zullen mij dooden, omdat ik, die zoo leelijk ben, mij in hun nabijheid durf wagen.

Eerst laat op den dag werd het stil; maar het arme eendje durfde nog niet opstaan; het wachtte nog verscheidene uren, voordat het omkeek, en toen snelde het uit het moeras weg, zoo vlug als het maar kon. Het liep over veld en weide; maar er woei zulk een hevige storm, dat het werk had om op zijn pooten te blijven staan.

Op zekeren avond, juist toen de zon in haar pracht onderging, kwam er een heele troep groote vogels uit het bosch, het eendje had er nooit zulke mooie gezien; zij waren spierwit en hadden lange, buigzame halzen: het waren zwanen. Zij lieten een eigenaardig geluid hooren, spreidden hun prachtige, lange vleugels uit en trokken uit de koude streken naar warmere landen.

"U weet even goed als ik, dat het voor bijna iedereen wèl een verschil maakt; zet dus uw veeren maar niet op als een lieve oude klokhen, wanneer uw kuikentjes door voorname vogels gepikt worden, maar u weet, dat het leelijke eendje eindelijk bleek een zwaan te zijn," en Amy glimlachte zonder bitterheid, want zij had een goed humeur en een vroolijk, jong hart.