United States or Macao ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het kwam er nu maar op aan, den student Anselmus op geschikte wijze met den archivaris Lindhorst in kennis te brengen en daar griffier Heerbrand wist, dat deze haast iederen avond een bepaald, bekend koffiehuis bezocht, noodigde hij den student Anselmus uit, zoolang op zijn kosten in dat koffiehuis een glas bier te drinken en een pijp te rooken, totdat hij op deze of gene wijze met den archivaris was in kennis gekomen en zich met hem had verstaan over het copieeren der manuscripten, hetwelk de student Anselmus hoogst dankbaar aannam.

Conrector Paulmann’s misnoegen over de in zijn gezin uitgebroken verdwazing. Hoe griffier Heerbrand hofraad werd en bij het vinnigste vriesweder met lage schoenen en zijden kousen rondliep. Veronica’s bekentenissen. Een verloving bij de dampende soepterrine.

Conrector Paulmann deed haar met verdeftigd gelaat op ernstigen toon kond van de rangsverhooging huns vriends Heerbrand en van zijn aanzoek.

Ook in dienst des Konings of is het misschien een ambteloos levend geleerde?” vroeg men van alle kanten. „Neen!” antwoordde de archivaris, heel koel en bedaard een snuifje nemend, „die is den verkeerden weg op gegaan en heeft zich onder de draken begeven.” „Heb ik dat goed verstaan? beste archivaris,” zoo nam griffier Heerbrand het woord, „onder de draken?” „Onder de draken?” weerklonk het van alle kanten als een echo.

In het Linkesche Bad dronk de griffier Heerbrand zooveel van het zware, donkere bier, dat hij, anders een goedmoedig, ingetogen man, met schreeuwerige tenorstem studentenliederen begon te zingen, kittelig aan iedereen vroeg, of hij nu zijn vriend was of niet en ten slotte door den student Anselmus moest worden thuisgebracht, toen archivaris Lindhorst reeds lang en breed was verdwenen.

Toen legde Veronika hem de hand op den schouder en zei: „Waarover spreekt u toch, mijnheer Anselmus?” Dadelijk werd de student weer opgeruimd en begon te spelen. Conrector Paulmann zag hem donker aan, maar de griffier Heerbrand legde een muziekstuk op den lessenaar en zong tot aller verrukking een bravour-aria van kapelmeester Graun.

De griffier Heerbrand verscheen inderdaad na tafel en toen men koffie gedronken had en de schemering reeds was gevallen, gaf hij meesmuilend en zich welgemoed de handen wrijvend te verstaan, dat hij iets bij zich had, hetgeen gemengd door Veronica’s mooie handjes en in den passenden vorm gebracht, om zoo te zeggen gefolieerd en gerubriceerd, allen op dezen koelen October-avond welkom zou zijn. „Voor den dag dan maar met het geheimzinnige ding, dat u bij zich hebt, geachte griffier,” riep conrector Paulmann; maar griffier Heerbrand greep in den diepen zak van zijn overjas en bracht in drie tempo’s een flesch arak, citroenen en suiker te voorschijn.

Dat is toch een wonderlijke oude man,” zeide griffier Heerbrand. „Een wonderlijke oude man,” stotterde de student Anselmus na, voelend, hoe een ijzige stroom door al zijn aderen kilde, die hem haast tot een standbeeld deed verstarren.

Om kort te gaan, geachte conrector! ik, hofraad Heerbrand, vraag u om de hand van uwe beminnelijke dochter, mejuffer Veronica, die ik, mits gij u niet daartegen verzet, spoedig in eigen huis hoop binnen te leiden.” Vol verbazing sloeg conrector Paulmann de handen te zamen en riep: „Zoo, zoo, zoo mijnheer de griff hofraad, wil ik zeggen, wie had dat kunnen denken!

Maar u komt heelemaal niet naar mij toe, ofschoon griffier Heerbrand mij verzekerde, dat u eerstdaags verschijnen zoudt en ik daarom verscheidene dagen vergeefs wachtte.”