Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
De Kievit is een van de eerste lenteboden; evenals de Spreeuw en de Leeuwerik verschijnt hij soms reeds in 't vaderland, als de winter er nog zijn schepter zwaait en hem gebrek doet lijden. Meer dan van andere Vogels heeft men van den Kievit waargenomen, dat het hoofdleger voorafgegaan wordt door enkele éclaireurs. Deze worden dikwijls bitter teleurgesteld door een weersverandering.
Hij liet slechts twee mannen achter om de poort te bewaken, stelde zijne troepen op, en zij verlieten Alcocer in gesloten rijen en in volkomen slagorde. En hier moeten wij weder het woord laten aan den dichter. Hoera! daar rijdt de woeste Moor, en zwaait het kromme zwaard, Hoor 't schetterend trompetgeschal en 't dreunen van de aard!
Onder 't geschreeuw door worden de handen uitgestrekt waarin men met geld zwaait en rinkelt, terwijl men in den zak het laatste geldstuk opzoekt, of, als dat er niet is, zijn woord wil verpanden, belovende dat men zijn karbouw, den aanstaanden oogst enz. wil verkoopen; twee jongelieden, blijkbaar broeders, volgen met jaloersche oogen de spelers, komen naar elkaar toe, mompelen schuchtere woorden waar niemand naar luistert, worden telkens somberder en kijken elkaar met ergernis en spijtigheid aan.
Als de Gaucho den lazo wil gebruiken, neemt hij een kleinen kronkel in de hand, die den teugel vasthoudt; in de andere houdt hij den loopenden knoop, die zeer ruim genomen, meestal eene middellijn heeft van omtrent acht voet. Dezen zwaait hij om zijn hoofd, houdt door eene behendige pols-beweging den knoop open, en werpt hem dan zonder te missen naar de plek, die hij verkiest.
Waar ik u bloemen breng, Waar ik uw harten meng, Waar ik uw tranen pleng, Smelt ik u zij aan zij, Is u mijn ziel nabij Zie ik ben Mei! Parelend van dauw en tranen Treedt de aard in nieuwe banen, En haar liefelijk gezicht Laait in stralend nieuwen luister Zwaait van 't grondelooze duister Aan het grondelooze licht! Hoor het, hoor het kwinkeleeren Uit de bloemgeworden wei!
De voerman zwaait de zweep, ik hoor ze knallen; De wagen ratelt langs de helling heen; De rem knarst tegen ’t wiel, de schellen schallen; De hut, die haar bevat, rijst en wordt kleen;
De aeroplane zwaait langzaam om en giert in de rondte met een hoek van twintig, dertig graden schuin staande op de lucht. Als zij eens kantelde!... Opeens is die verdwenen achter het bosch in het Oosten. Zou hij over de Hollandsche lijn gaan? Nog hoort men het snorren van de vliegmachine. Dan wordt het opeens stil. Het gevaarte moet ergens gevallen zijn.
De laatstgenoemde ligt, zoo lang hij is, in een hoek der canapé en heeft de witte, katoenen slaapmuts van mijnheer den baljuw op en diens chambrecloak, met de roode bloemen, aan, en de ondeugende molenaar heeft men in plaats van de sabel eene groote penneveer in de hand gegeven, waarmede hij stilzwijgend in 't rond zwaait, want spreken kan hij geen woord.
Zijn hand Zwaait een trillenden manestraal, wiens punt De macht heeft om den steven van den wagen Te sturen op zijn wielgelijke wolken; Die, wen zij wentlen over gras en bloemen En waatren, klanken wekken, even zoet Als zilvren dauw zijn zangerige regen.
Hij spant met geweld al zijne krachten in, krak! zegt de hemel, en hemel, en ijsklomp, en Droi, 't valt alles tegen den muur van de Franschen aan; en daar ligt mijnheer Droi onder de onschuldige witte gordijnen en zwaait met zijne bloote beenen in de lucht rond alsof die vertellen moesten, wat hun heer was weêrvaren. Eensklaps wordt de deur geopend, en binnen komt de Fransche overste.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek