United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen werd de weg breeder; steenblokken stonden aan weerszijden, en we traden onder het ruime gewelf, gevormd door een geweldigen vijgenboom. Uit den zonnegloed kwam men in de diepste schaduw, uit de middaghitte in de vochtige koelte. We stonden op een wijde vlakte, die ver overschaduwd werd door de knoestige takken van den reuzenboom.

Zij stond voor Fonske, geheel in 't wit gekleed, het zacht gezicht met levendige, donkere oogen warmbruin-verbrand van zonnegloed onder een gelen, strooien hoed met roode en blauwe bloemen en haar blikken weken niet van 't schilderij, dat Fonske in zijn ontzetting scheef over het gras had neergegooid.

Terwijl het oog van den keizer nadenkend op het witte landschap rustte, bemerkte hij, dat op de rug van den Johannisberg de sneeuw gauwer door de zonnestralen smolt dan op de heuvels in het rond. De groote Karolus, die als een echt Duitsch keizer ook een diepdenker was, meende, dat daar, waar zulk een gezegende zonnegloed viel, ook meer dan gras gedijen kon.

"Verkwikt u nu met een kop thee, Heeren, en geniet van de heerlijke koelte in deze kamer, na den langen tocht in den brandenden zonnegloed." Terwijl wij nog aan de theetafel zaten, kwamen twee onzer roeiers mijn handkoffer en dien van den directeur brengen.

Het is eene opeenvolging van bergen, die, van deze hoogten gezien, schier heuvelen gelijken, en waarachter wij het meer van Skutari zien, stralende in den zonnegloed, als eeen reusachtig zilveren schild, in de groene vlakte achtergebleven.

De warmte en de zonnegloed hadden reeds plaats gemaakt voor de koelte van den nacht en het matte licht der wassende maan, die rondom zich een bleek-lichtenden kring op het blauw van den hemel vormde en reeds begon onder te gaan. Door de vensters der huizen en door de spleten in de blinden der hutten schemerde licht.

De rondende afgrond blauwt in zonnegloed, En wijkt ver in de verte en hoog naar boven, Mijn ziel wiekt als een leeuwriks-lied naar boven, Tot, boven ’t licht, haar lichter licht gemoet: Zij baadt zich in den lauwen aether-vloed, En hoort met hosianna’s ’t leven loven, Het floers is weg van de eeuwigheid geschoven, De Godheid troont.... diep in mijn trotsch gemoed;

Etienne was daarentegen een en al vroolijkheid, onbedachtzaamheid en lichtzinnigheid, en de lieveling van zijn moeder, wie de glans en zonnegloed van zijn karakter de ziel scheen te koesteren. Frédérique was dol op haar beide broêrs, maar noemde Otto dikwijls papaatje en stoeide met Etienne bijna als Lientje met Nico en Tine met Johan.

En door de stille tranen, die zijn oog verduisterden, zag hij het schoone afbeeldsel, waarop de laatste zonnegloed der roode westerkim als eene vurige stralenkroon deed glanzen, hem voortdurend met zijnen lieven en onveranderlijken glimlach aanstaren. De laatste bloempjes zijn ontloken.

De Vijverberg met zijne frissche, groene boomen, het eilandje in den Vijver als voor anker dobberend in den vollen zonnegloed; de daken en schoorsteenen van het vroegere stadhouderlijke kwartier; het klokkehuisje der oude grafelijke kapel; de statige woningen aan den Korten Vijverberg, wegschuilend achter den dichten bladerendos der hooge kastanjes en soms hier of daar helder verlicht door een gulden zonnestraal dit alles boeide hem telkens opnieuw.